Is er nog sprake van het doen van een valse aangifte (art. 188 Sr) als die later is ingetrokken?

Hoge Raad 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2245

Het Hof heeft het vonnis van de Politierechter bevestigd met uitzondering van de strafoplegging en de motivering daarvan. De Politierechter heeft ten laste van de verdachte overeenkomstig de tenlastelegging bewezenverklaard dat: "zij op 13 januari 2014 te Naaldwijk, gemeente Westland aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van een medewerker van de generieke opsporing van de Politie Haaglanden, althans de politie opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal."

Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:

"1. het proces-verbaal van aangifte door verdachte van de politie Haaglanden nr. PL1563-20140078742-1, d.d. 13 januari 2014, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende:

Ik doe aangifte namens benadeelde betrokkene 1. Betrokkene 1 is een patiënt van mij. Op 9 januari 2014 was ik met mijn cliënt in Amsterdam. Omstreeks 15.00 uur kwam mijn cliënt er achter dat de schoudertas was opengemaakt, de rits geopend en de mobiele telefoon er uit was weggenomen;

2. het proces-verbaal van aanvullende aangifte door verdachte van de politie Haaglanden, nr. PL1563-20140078742-3, d.d. 14 januari 2014, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende:

Ik ben gisteren na het doen van de aangifte terug gegaan naar betrokkene 1 om de aangifte te overhandigen. Ik zag tot mijn verbazing dat de weggenomen telefoon op de tafel bij betrokkene 1 thuis liggen. Alle weggenomen goederen zijn weer terecht;

3. het proces-verbaal van aangifte door betrokkene 1 van de politie Haaglanden nr. PL1563-2014011562-1, d.d. 17 januari 2014, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende:

Hierop vertelde zij tegen mij dat ik aangifte moest doen van diefstal van de telefoon. De telefoon stond op mijn naam en was verzekerd. Ik gaf duidelijk aan dat ik dat niet wilde. Ik wil geen problemen en ga niet liegen tegen de politie. Verdachte verklaarde aan mij, je zegt tegen de politie dat wij samen in Amsterdam waren en dat ik door twee mannen van mijn handtas beroofd zou zijn. Ik gaf aan, dat de politie dan zou vragen om een telefoonkaart en wilde dit gewoon niet. Ik ben nog nooit in Amsterdam geweest en weet niet eens hoe het daar er uitziet;

4. een geschrift, te weten een uitdraai van WhatsApp gesprekken die corresponderen met de telefoonnummers van betrokkene 1 en verdachte over de periode van 10 januari 2014 t/m 12 januari 2014, pagina 31 en 32;

4. het proces-verbaal van verhoor verdachte van de politie Haaglanden, nr. PL1500-2014011562-12, d.d. 12 juni 2014, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, inhoudende:

Ik geef toe dat ik een valse aangifte heb gedaan;

5. een proces-verbaal van verhoor van betrokkene 1, op 29 april 2016 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier, inhoudende:

Ze zei die dag dat ze me belde dat haar tas was gestolen, haar portemonnee, haar telefoon in Amsterdam. Iemand had op straat haar tas gepakt of zoiets zei ze. Ze wilde aangifte doen en zeggen dat ik bij haar was toen het gebeurde, dat ik getuige was en dat ik zou zeggen dat ik het had zien gebeuren. Ik kreeg het gevoel dat dit allemaal te ver ging. Ik werd er nerveus van. Ze zei: je moet gewoon zeggen dat je in die en die straat in Amsterdam was. Ik was nog nooit in Amsterdam geweest. Dit was allemaal via de telefoon. Ik vond het allemaal een beetje raar. Ik zei dat er niet aan mee wilde werken, dat dit te ver ging."

Middel

Het middel keert zich tegen de bewezenverklaring en voert onder meer aan dat het Hof blijk heeft gegeven van een onjuiste uitleg van art. 188 Sr.

Beoordeling Hoge Raad

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 3 maart 1902, W. 7735 overwogen:

"dat (...) waar art. 188 Strafrecht strafbaar stelt hem die aangifte of klachte doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat dit niet gepleegd is, de eenvoudige taalkundige zin dezer woorden alleen wijst op het geval, dat aangifte of klachte geschiedt van een strafbaar feit met de wetenschap dat dit niet, dat is in het geheel niet, gepleegd is;

dat deze beteekenis van art. 188 nog duidelijker uitkomt door de vergelijking met art. 268 thans: art. 268, eerste lid, Strafrecht, vermits de lasterlijke aanklacht, onverschillig of zij betreft een waar of een verdicht feit, steeds, gelijk elke andere beleediging, is gericht tegen een bepaald persoon;

dat op dit onderscheid dan ook reeds werd gewezen in de toelichting van art. 188 (...), waar 'de valsche aangifte van voorgewende misdrijven' werd gesteld tegenover 'de in art. 294, 287 (nu 268) vermelde aanklacht tegen een bepaald persoon'."

Het middel berust allereerst op de opvatting dat geen toepassing aan art. 188 Sr kan worden gegeven in het geval dat degene die de "aangifte" heeft gedaan, deze nadien heeft ingetrokken. Die opvatting is onjuist. Opmerking verdient dat dit niet anders is bij art. 268, eerste lid, Sr over een lasterlijke aanklacht door een valse aangifte.

Het middel betoogt voorts, mede onder verwijzing naar art. 161 Sv ("Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte (...) te doen"), dat "aangifte" in de zin van art. 188 Sr alleen kan worden gedaan door een persoon die kennis draagt van een begaan strafbaar feit, en dat daarom geen sprake is van "aangifte" in de zin van art. 188 Sr indien blijkt dat geen strafbaar feit is begaan. Ook deze opvatting vindt geen steun in het recht gelet op de delictsomschrijving van art. 188 Sr en het onder 2.3.2 vermelde arrest, in welk arrest nog is gewezen op het verschil met de lasterlijke aanklacht van art. 268, eerste lid, Sr waarvoor niet van belang is of een strafbaar feit wel of niet is gepleegd.

Het middel faalt.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^