Kamerbrief transactie ABN AMRO
/Op 27 mei jl. heeft Minister Hoekstra van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over de totstandkoming van de transactie van ABN AMRO, de uitoefening van de poortwachtersfunctie, de rol die de Staat heeft als aandeelhouder van ABN AMRO en het toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB).
Totstandkoming transactie
Het OM heeft met de herziene OM Aanwijzing hoge transacties van 4 september 2020 onder meer het toetsingsproces herijkt. De herijking houdt concreet in dat voorgenomen hoge transacties niet langer aan de minister van Justitie en Veiligheid worden voorgelegd, maar door een onafhankelijke commissie worden getoetst. De toetsingscommissie hoge transacties beoordeelt of het OM in het desbetreffende geval in redelijkheid kan besluiten tot het aanbieden van een hoge transactie aan de verdachte. Die beoordeling vindt plaats op basis van, onder andere, een overzicht van feiten en gebeurtenissen die hebben geleid tot de strafzaak (feitenrelaas), de toepasselijke strafbepalingen en een conceptpersbericht. Tevens worden vertegenwoordigers van zowel het OM als van de verdachte gehoord.
Deze toets met betrekking tot het onderzoek Guardian met als verdachte rechtspersoon ABN AMRO is uitgevoerd door de onafhankelijke toetsingscommissie, die haar positieve advies heeft voorgelegd aan het College van procureurs-generaal. Het College heeft vervolgens besloten het transactievoorstel aan de verdachte rechtspersoon aan te bieden.
Overigens is op 11 maart 2021 het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Wet OMafdoening in consultatie gebracht, dat onder andere voorziet in een rechterlijke toetsing van voorgenomen hoge transacties. De ontvangen consultatieadviezen worden momenteel in het wetsvoorstel verwerkt. Daarna zal het wetgevingstraject worden vervolgd.
Toezicht DNB
ABN AMRO staat bij de naleving van de Wwft onder toezicht van DNB. Dit toezicht vindt op onafhankelijke wijze en op afstand van de minister van Financiën plaats. Naar aanleiding van de transactie van het OM met ING in september 2018 heb ik DNB gevraagd naar haar oordeel over de bancaire sector, de invulling van haar toezicht en haar handhavingsbevoegdheden. Sindsdien heeft DNB in haar zboverantwoording gerapporteerd over de stand van zaken in de sector bij het voorkomen van witwassen en financieren van terrorisme.
Gezien de ernst van de casus en het belang van een effectieve uitoefening van de poortwachtersfunctie is DNB gevraagd om nadere informatie over het toezicht van DNB op ABN AMRO, de beoordeling van het verbeterprogramma van ABN AMRO, de naleving van de Wwft door de bancaire sector in het algemeen en het toezicht hierop en het handhavingsinstrumentarium.
DNB reageert dat zij, conform het feitenrelaas uit het strafrechtelijk onderzoek ‘Guardian’, gedurende de gehele periode van het strafonderzoek indringend toezicht heeft uitgeoefend op ABN AMRO en dat er meermaals handhavend is opgetreden ten aanzien van ABN AMRO. DNB geeft aan dat het uitgangspunt van haar toezicht is dat de instelling tot kwalitatief goed en duurzaam herstel komt. DNB constateert dat ABN AMRO op dit moment maximale inspanning levert voor het Wwft-hersteltraject en zich inzet om dit traject, conform de gemaakte afspraken met DNB, eind 2022 af te ronden.
Ten aanzien van de bancaire sector constateert DNB dat het strafrechtelijk onderzoek van het OM ten aanzien van ABN AMRO past in het beeld dat DNB in algemene zin van deze sector heeft over de afgelopen periode.
DNB ziet dat de sector zich de afgelopen jaren veel bewuster is geworden van haar poortwachtersfunctie en concreet werk maakt van het op orde brengen en houden van deze verantwoordelijkheid. Ook neemt DNB waar dat bestuurders meer eigenaarschap nemen voor het naleven van de Wwft.
Tegelijk stelt DNB vast dat de sector nog veel te doen heeft. DNB schrijft dat zij sinds de transactie van het OM met ING in verband met de Wwft tien formele handhavende maatregelen heeft opgelegd aan banken. Verder meldt DNB dat zij in twee situaties (waaronder de ABN AMRO zaak) haar bevindingen heeft ingebracht in het tripartite overleg met het OM en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), waarna het OM heeft besloten tot de start van een strafrechtelijk onderzoek.
DNB geeft aan dat in de komende periode de bankensector de tekortkomingen die in het verleden zijn ontstaan moet herstellen om de rol van poortwachter adequaat in te vullen.