Kan tanken van brandstof met een gestolen tankpas worden aangemerkt als diefstal?
/Hoge Raad 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1986
De verdachte is wegens diefstal veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken.
Middel
Het middel komt op tegen het oordeel van het Hof dat sprake is van diefstal van een hoeveelheid diesel “toebehorende aan Total Nederland N.V.” Daartoe is aangevoerd dat uit de bewijsvoering niet blijkt dat Total Nederland N.V. geen betaling heeft ontvangen voor de geleverde diesel, zodat niet blijkt dat Total Nederland N.V. in zijn vermogen is aangetast.
Beoordeling Hoge Raad
Het Hof heeft onder meer vastgesteld dat bij een tankstation van Total Nederland N.V. diesel is getankt met gebruikmaking van een gestolen tankpas. Het heeft vervolgens onder meer op basis daarvan geoordeeld dat sprake is van het, met het in art. 310 Sr bedoelde oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, wegnemen van diesel die aan Total Nederland N.V toebehoorde.
Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. De enkele mogelijkheid dat Total Nederland N.V. als gevolg van het gebruik van de gestolen tankpas op enig moment betaling heeft ontvangen van de door de verdachte weggenomen diesel, staat niet in de weg aan het oordeel van het Hof dat die diesel ten tijde van het wegnemen (nog) aan Total Nederland N.V. toebehoorde in de zin van art. 310 Sr. Die mogelijkheid is bovendien niet onverenigbaar met het oordeel van het Hof dat de verdachte, als (mede)gebruiker van de gestolen tankpas, bij het tanken van de diesel bij Total Nederland N.V. handelde met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van die diesel.
Het middel faalt.
Opmerking verdient nog dat gedrag als waarvan hier sprake is op verschillende manieren en ook op basis van verschillende delicten kan worden tenlastegelegd. Wanneer dergelijk gedrag tot de tenlastelegging en bewezenverklaring van meerdere feiten zou leiden, bieden in het bijzonder de art. 55 en 56 Sr bescherming tegen een onevenredige aansprakelijkheid en bestraffing (vgl. HR 20 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1111).
Lees hier de volledige uitspraak.