Knelpunten in de aanpak milieucriminaliteit

Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) hebben het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (Het CCV) verzocht om in de periode maart tot september 2019 een verkenning uit te voeren naar knelpunten in de uitvoeringspraktijk van toezicht en handhaving met betrekking tot milieucriminaliteit.

Deze verkenning vindt plaats op verzoek van het Bestuurlijk omgevingsberaad (BOB), met het doel om meer grip te krijgen op de knelpunten in de aanpak van milieucriminaliteit. De vraag richt zich op het in kaart brengen van concrete uitvoeringsproblemen die overheidspartijen in het VTH-stelsel over de domeinen heen ervaren bij het voorkomen van milieucriminaliteit. Onder handhaving valt zowel de bestuursrechtelijke als de strafrechtelijke handhaving.

De verkenning beperkt zich tot de milieudomeinen die vallen onder de ‘grijze stroom’, of te wel de domeinen waar IenW een stelselverantwoordelijkheid heeft. Voorbeelden van thema’s uit de grijze stroom zijn: stookolie, grondstromen, asbest, afval, emissies, gevaarlijke stoffen en Brzo bedrijven.

De belangrijkste genoemde knelpunten ten aanzien van bestuurlijke aandacht en prioritering:

  • Er is weinig bestuurlijke aandacht en commitment voor milieuzaken. Er zijn geen externe prikkels die het systeem aanzetten tot actie omdat milieucriminaliteit nauwelijks invoelbaar en onzichtbaar is. Daarmee lekt de aandacht op meerdere fronten weg.

  • De beschikbaar gestelde capaciteit voor milieuzaken bij de Politie (milieuagenten en recherche) en de omgevingsdiensten staat onder druk van meer zichtbare en voelbare problematiek. In de driehoek is milieu nauwelijks een thema. Dan gaat capaciteit naar ander zaken. Een vergelijkbaar beeld ontstaat bij de recherchecapaciteit. De borgen om capaciteit te beschermen zijn dan niet aanwezig of functioneren niet goed.

  • De Landelijke Handhavingsstrategie, waarin de afstemming tussen operationele bestuursrechtelijke en strafrechtelijke inzet op elkaar is afgestemd, wordt niet altijd gevolgd.

  • Een aantal lokaal bestuurders frustreert, bewust of onbewust, voorgenomen onderzoeks- of handhavingsacties van de omgevingsdienst op een bedrijf. De interactie tussen omgevingsdienst en bestuurder is op dit punt kwetsbaar en persoonsafhankelijk.

  • Landelijk milieu-prioriteiten werken in het bestuursrecht nauwelijks door. De omgevingsdiensten zijn slecht aangesloten op het proces van prioritering en implementatie van de gekozen prioriteiten.

De belangrijkste genoemde knelpunten bij de markttoegang en normering zijn:

  • Bij het ontwikkelen van de normering is er veel invloed van de lobby van de milieusector en te weinig invloed van de organisaties die de normen moeten handhaven. De afstand tot handhaving is groot en de vraag of het handhaafbaar is of te veel gelegenheid schept wordt te weinig een onderdeel gemaakt van de afweging.

  • Bij het verlenen van markttoegang door de verschillende overheden wordt weinig aandacht besteed aan de integriteit van de aanvrager.

  • Er is te weinig controle en invloed op erkenning via certificerende instanties.

  • De mogelijkheid tot het ontnemen van de toegang tot de markt wordt in de praktijk zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk nauwelijks benut. Het fundamentele instrument, vergunning intrekken, voor een aantal grote bedrijven nauwelijks een reële optie. Dit kan bovendien leiden tot rechtsongelijkheid omdat kleine bedrijven makkelijker gesanctioneerd worden. De belangrijkste genoemde knelpunten bij waarnemen, bewijsvoering en signalenuitwisseling:

  • De informatie die nodig is om signalen van criminele activiteiten waar te nemen en als zodanig te herkennen is te veel versnipperd. Regie ontbreekt. Er is daardoor ook geen sturing en focus in wat voor de uitvoering (omgevingsdiensten en Politie) relevante aandachtspunten zijn.

  • Overtredingen worden veelal geïsoleerd bekeken en er wordt weinig ruimte gereserveerd voor verdiepend onderzoek.

  • Bovenregionale uitwisseling van signalen stagneert. De afstemming tussen landelijke en lokale partijen wordt bemoeilijkt omdat voor elke regio apart afspraken moeten worden gemaakt. Er is geen partij die zich verantwoordelijk voelt voor de inhoud, toegankelijkheid en volledigheid van de beschikbare informatie.

  • Er worden technische en juridische belemmeringen ervaren. Veelal is gewoon onduidelijk wat er juridische nu wel en niet mag. Daarnaast zijn er culturele belemmeringen. Als informatie verkeerd gebruikt wordt kan het een zaak opblazen of kan de regie worden overgenomen. Delen gebeurt dan enkel op basis van vertrouwen.

  • Deelname aan systemen die uitwisseling moeten bevorderen zijn te vrijblijvend. Een systeem zoals InspectieView leeft nauwelijks. Niet iedereen denkt dat InspectieView de oplossing moet zijn.

De belangrijkste genoemde knelpunten bij de sanctietoepassing zijn:

  • Bestuurlijke aanpak is gericht op stoppen en herstellen. Criminele motieven worden daardoor niet of laat herkend en er wordt laat ingegrepen. Als het bestuursrecht niet reageert op opvallende afwijkingen (door actief informatie uit te vragen en te analyseren) worden verbanden niet gezien en geeft dat ook geen aanleiding tot sanctionering.

  • Het opleggen van (zware) sancties brengt een tijdsinspanning en grote afbreukrisico’s met zich mee die aanzetten tot risicomijdend gedrag.

  • De omvang van strafrechtelijke onderzoeken lopen niet in de pas met de strafmaat die wordt opgelegd.

  • De doorlooptijd van het volledige strafrechtelijke proces is zo lang, dat het de geloofwaardigheid van het strafrechtelijk systeem ondergraaft. Zaken zijn disproportioneel groot.

  • De ultieme stok, het uit de markt nemen, is eigenlijk zelden een optie.

Belangrijkste aanbevelingen

  • Bestuurlijke (her)bevestiging van aandacht voor milieuzaken, het bestuur zal meer urgentie moeten geven aan de aanpak van milieucriminaliteit;

  • Organiseer een effectieve integriteitstoets bij het verlenen van toegang tot de milieumarkt;

  • Zorg voor een coördinerende functie op de informatie-uitwisseling;

  • Stroomlijn het strafrechtelijk traject voor het vervolgen van milieumisdrijven;

  • Houdt toezicht of de Landelijk Handhavingsstrategie daadwerkelijk wordt toegepast

Lees meer:

Print Friendly and PDF ^