Lidstaten tegen strenge EU-regels om milieudelicten te bestraffen
/Milieu-NGO's, waaronder Birdlife, Born Free, EEB, IFAW, Eurogroup for Animals, Humane Society International en WWF uiten hun bezorgdheid over het standpunt van de Raad over de herziening van de richtlijn milieucriminaliteit.
De ministers van Justitie van de EU-lidstaten hebben hun standpunt vastgesteld over de herziening van de richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht, ook bekend als de Richtlijn milieucriminaliteit. In vergelijking met wat de Europese Commissie oorspronkelijk had voorgesteld, hebben de ministers de straf- en sanctieniveaus die van toepassing zijn bij milieudelicten afgezwakt en andere cruciale bepalingen van hun inhoud ontdaan. Daarmee geven de lidstaten geen blijk van enige vastberadenheid om de strijd tegen milieudelicten daadwerkelijk op te voeren.
In het huidige standpunt van de lidstaten worden milieudelicten niet op passende wijze aangepakt. Ten eerste vallen verscheidene belangrijke milieudelicten nog steeds niet onder de richtlijn, met name illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij en geluidsoverlast onder water. Belangrijker is dat de door de ministers overeengekomen maximumgevangenisstraffen veel te laag zijn om afschrikkend te werken en milieudelicten op significante wijze te ontmoedigen. Lage straffen leiden ertoe dat minder prioriteit wordt gegeven aan de betrokken misdrijven en dat onvoldoende middelen worden besteed aan onderzoek en vervolging.
"Wij zijn bezorgd over het lage ambitieniveau voor de harmonisatie van sancties voor bedrijven. Milieucriminaliteit in Europa neemt gestaag toe en kleine administratieve boetes hebben deze trend niet kunnen stoppen. Europa heeft behoefte aan echte strafrechtelijke boetes met minimumniveaus en maximumsancties van 15% van de jaaromzet voor bedrijven. Europa kan zich niet nog een mislukte strafrechtelijke reactie veroorloven zoals die op het Dieselgate-schandaal", aldus Patrizia Heidegger, adjunct-secretaris-generaal van het Europees Milieubureau.
Ten slotte verzwakt het standpunt van de EU-lidstaten ook belangrijke uitvoeringsbepalingen die bedoeld zijn om de handhavingsinstanties te helpen bij de bestrijding van milieudelicten, met name het schrappen van de verplichting voor alle lidstaten om personen die delicten melden of helpen bij onderzoeken te beschermen.
"Het is teleurstellend dat belangrijke elementen, zoals nationale strategieën en gegevensrapportage, door de Raad worden afgezwakt. Wat eigenlijk nodig is, zijn krachtigere maatregelen om het huidige chronische gebrek aan uitvoering van de richtlijn en de inconsistenties in de nationale regels aan te pakken. Anders lopen we het risico dat er binnen de EU regionale toevluchtsoorden voor milieucriminaliteit ontstaan", aldus Elodie Cantaloube, EU-beleidsmedewerker bij de Born Free Foundation.