Moties ter verbetering van de aanpak van milieucriminaliteit
/Op 1 juni 2022 zijn diverse moties ingediend ter verbetering van de aanpak van milieucriminaliteit.
Kamerleden Hagen en Sneller hebben een motie ingediend en de regering verzocht om een met privacywaarborgen omkleed gedeeld informatiesysteem op te zetten waarvan alle bestuurlijke en strafrechtelijke diensten die betrokken zijn bij opsporing en handhaving van milieucriminaliteit gebruik kunnen maken, zodat de handhaving van het milieurecht en de slagvaardigheid en effectiviteit van VTH-taken worden verhoogd. Volgens hun schiet de datakwaliteit in informatiesystemen (zoals Inspectieview) betreffende milieucriminaliteit tekort, zowel als het gaat om toezicht door inspecties zoals de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) als strafrechtelijke handhaving door politie en justitie. Dit terwijl correcte informatievoorziening noodzakelijk is voor het effectief uitoefenen van toezicht en het garanderen van aansluiting op de strafrechtketen, zoals door verschillende rapporten in 2021 is bevestigd. Tientallen teams binnen het OM, politie, justitie en handhavingsdiensten houden zich bezig met milieucriminaliteit, maar deze worden niet centraal aangestuurd.
Kamerleden Bouchallikh, Beckerman en Van Esch hebben de regering verzocht om bij de uitwerking van de aanbevelingen van de commissie-Van Aartsen expliciet aandacht te besteden aan de wijze waarop het stelsel versterkt wordt voor de aanpak van de diverse vormen van milieucriminaliteit. Het Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021 laat wederom zien dat milieucriminaliteit leidt tot ernstige schade aan mens, dier en milieu en dat de aanpak ervan niet op orde is. En de Algemene Rekenkamer heeft recent ook geconcludeerd dat een kleine groep veelplegers verantwoordelijk is voor een groot deel van de milieucriminaliteit en hierin gefaciliteerd wordt door gebrekkige handhaving. De verschillende vormen van milieucriminaliteit vragen volgens de indieners om een andere aanpak van de handhavende instanties.
Kamerleden Van Esch en Beckerman hebben de regering verzocht om de opsporings- en handhavingscapaciteit op het gebied van wildlife crime, inclusief de handel in traditionele medicijnen, uit te breiden. De achtergrond hiervan is dat wildlife crime wereldwijd de vierde grootste criminele industrie is en jaarlijks met 5% tot 7% toeneemt. Een belangrijk deel van deze illegale handel bestaat uit producten of traditionele medicijnen waarin bedreigde wilde dieren en planten zijn verwerkt. Wildlife crime is bovendien verweven met andere vormen van criminaliteit en sommige terroristische organisaties deels gefinancierd worden door wildlife crime. Dit terwijl Nederland wordt gezien als groot doorvoerland binnen de EU vanwege de Rotterdamse haven en Schiphol, alsook zelf een belangrijke afzetmarkt is en er is een structureel tekort is aan opsporings- en handhavingscapaciteit van deze vorm van criminaliteit.