OM-Aanwijzingen over zelfonderzoek en zelfmelding voor de zomer in consultatie
/Eerder is door het WODC onderzoek uitgevoerd naar ervaringen met zelfonderzoek en zelfmelding door bedrijven die verdacht worden van fraude of corruptie. Hoe nu verder? Dat valt te lezen in de Beslisnota kabinetsreactie zelfonderzoek en zelfmelding van fraude en corruptie door bedrijven van 26 februari.
De ministers van Justitie en Veiligheid en Rechtsbescherming staan positief tegenover zelfonderzoek en zelfmelden door bedrijven in het kader van financieel-economische criminaliteit en achten regulering wenselijk.
Het Openbaar Ministerie is voornemens om regulering van deze onderwerpen vorm te geven in een of twee OM-Aanwijzing(en). Deze Aanwijzing(en) zullen naar verwachting rond de zomer van 2024 in consultatie gaan.
De OM-Aanwijzing over zelfmelden zal zich richten op financieel-economische criminaliteit door rechtspersonen en dus niet voor andere strafbare feiten. Er zullen kortingspercentages worden genoemd, die in mindering kunnen worden gebracht op geldboetes bij zelfmelding en bij medewerking aan onderzoek. Ook zal worden omschreven waarvan een bepaalde korting afhankelijk is, zoals bijvoorbeeld de tijdigheid en volledigheid van de melding en de mate van medewerking aan het strafrechtelijk onderzoek.
Het Openbaar Ministerie werkt daarnaast aan een regeling waarin de eisen worden opgenomen waaraan een zelfonderzoek naar financieel-economische criminaliteit door een bedrijf moet voldoen om bij het zaakonderzoek te worden betrokken. De onderwerpen die hierin worden uitgewerkt betreffen onder meer:
de onderzoeksopdracht / opdrachtbrief
de onafhankelijkheid en deskundigheid van de onderzoeker
gegevensonderzoek en interviews
de rapportage
de verstrekking aan het Openbaar Ministerie en de verificatie
Advies OM
Het Openbaar Ministerie is gevraagd te adviseren over de wenselijkheid en mogelijkheid van nadere regulering van zowel zelfonderzoek als zelfmelden en te onderbouwen wat daarbij de door het Openbaar Ministerie voorgestane wijze van regulering zou zijn.
Het Openbaar Ministerie heeft positief geadviseerd over regulering van beide onderwerpen en heeft daarbij gemeld voornemens te zijn om deze regulering vorm te geven in een of twee OM-Aanwijzing(en). Deze Aanwijzing(en) zullen naar verwachting rond de zomer van 2024 in consultatie gaan.
Verwacht wordt dat met de OM-Aanwijzing(en) voldoende regulering van de inzet van zelfonderzoek en zelfmelding wordt geboden.
Voordelen (regulering van) zelfonderzoek en zelfmelden
Het onderzoeksrapport geeft aan dat zelfonderzoek en zelfmelding in bijvoorbeeld (complexe) fraude en corruptiezaken voor zowel de maatschappij, bedrijven, de opsporingsinstanties en het Openbaar Ministerie potentiële opbrengsten kent. Dit ziet onder andere op capaciteitswinst voor de opsporingsinstanties en het Openbaar Ministerie. Voor bedrijven betekent dit dat een onderzoek minder lang zal duren dan bij een complex strafrechtelijk onderzoek. Zelfonderzoek kan verder, ook in het geval dat het niet leidt tot een zelfmelding, positief bijdragen aan bijvoorbeeld het zelfreinigend vermogen van een bedrijf. Als bedrijven vaker besluiten tot een zelfmelding dan wordt de samenleving beter geïnformeerd over de aard en omvang van fraude en corruptie doordat het veel informatie oplevert die anders niet of minder makkelijk beschikbaar zou zijn voor de opsporingsinstanties en het Openbaar Ministerie.
Wenselijkheid regulering
Uit bijeenkomsten met belanghebbenden en deskundigen die door het departement zijn georganiseerd, is gebleken dat er vanuit de praktijk een breed gedragen wens is om zowel zelfonderzoek als zelfmelden nader te reguleren. Ook internationale anti-corruptie gremia zien de noodzaak van een duidelijk beleid en de anti-corruptie werkgroep van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft Nederland de aanbeveling gedaan om duidelijk beleid voor zelfonderzoek en zelfmelding door bedrijven op te stellen. Regulering zorgt enerzijds voor meer transparantie rondom het proces, anderzijds creëert het rechtszekerheid voor betrokkenen. De verwachting is dat een duidelijk kader eraan bijdraagt dat bedrijven eerder overwegen over te gaan tot een zelfmelding.
Passende regulering – OM-Aanwijzing
Samen met belanghebbende partijen en deskundigen is verkend hoe nadere regulering het beste kan worden aangegeven. Het Openbaar Ministerie is van mening dat nadere regulering wenselijk is voor zowel zelfmelden als zelfonderzoek en ziet, om voor alle betrokkenen voldoende rechtszekerheid te kunnen geven, binnen de structuur van de OM-beleidsregels, een Aanwijzing als passende instrument. De OM-Aanwijzing over zelfmelden zal zich richten op financieel-economische criminaliteit door rechtspersonen en dus niet voor andere strafbare feiten. Er zullen kortingspercentages worden genoemd, die in mindering kunnen worden gebracht op geldboetes bij zelfmelding en bij medewerking aan onderzoek. Ook zal worden omschreven waarvan een bepaalde korting afhankelijk is, zoals bijvoorbeeld de tijdigheid en volledigheid van de melding en de mate van medewerking aan het strafrechtelijk onderzoek.
Het Openbaar Ministerie werkt daarnaast aan een regeling waarin de eisen worden opgenomen waaraan een zelfonderzoek naar financieel-economische criminaliteit door een bedrijf moet voldoen om bij het zaakonderzoek te worden betrokken. De onderwerpen die hierin worden uitgewerkt betreffen onder meer de onderzoeksopdracht/opdrachtbrief, de onafhankelijkheid en deskundigheid van de onderzoeker, gegevensonderzoek en interviews, de rapportage, de verstrekking aan het Openbaar Ministerie en de verificatie.
Het Openbaar Ministerie zal de reguliere afstemmingsprocedure volgen met belanghebbende partijen als de concept Aanwijzing(en) er ligt, alvorens de Aanwijzing(en) in de formele procedure naar de minister van Justitie en Veiligheid gaat. Voor de door het Openbaar Ministerie voorgestane wijze van regulering en de hoofdlijnen daarvan, was ook breed draagvlak onder de belanghebbenden van de door JenV georganiseerde bijeenkomsten. Het Openbaar Ministerie en belanghebbende partijen zijn het erover eens dat ook ruimte moet blijven voor maatwerk.
Dilemma’s
Uit het rapport en de gesprekken met belanghebbende partijen en deskundigen blijken verschillende aandachtspunten voor zelfonderzoek en zelfmelding die nadere uitwerking verdienen. Voorbeelden hiervan zijn onder andere:
de rol en de reikwijdte van het verschoningsrecht bij zelfonderzoeken
de rechtsbescherming van natuurlijke personen
de positie van slachtoffers
de (mogelijke) perceptie van klassenjustitie