OM eist zestien maanden gevangenisstraf voor Lips en echtgenote
/“Hoe is het mogelijk dat twee verdachten, die inmiddels allebei jaren failliet zijn, in staat zijn om met hun kinderen in het miljonairsparadijs Dubai te wonen en te leven?” Deze vraag stelde de officier van justitie op de zitting van 9 januari 2020 voor de behandeling van de verdedigingswensen. Een jaar later herhaalt ze de vraag. Volgens de officier zijn bij de curatoren van verdachten geen bronnen van inkomsten bekend, terwijl de verdachten verplicht zijn hun curatoren daarvan – ook uit eigen beweging – op de hoogte houden.
Het Openbaar Ministerie eiste in de rechtbank in Zwolle onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tegen de 56-jarige man en zijn 54-jarige echtgenote. Het Openbaar Ministerie verdenkt verdachten ervan dat zij onvoldoende inlichtingen hebben verstrekt aan de curatoren bij het afwikkelen van zowel hun privéfaillissementen als in hun hoedanigheid van bestuurder in andere faillissementen. Hierdoor kunnen de curatoren niet goed de belangen van de schuldeisers behartigen omdat er onvoldoende zicht is op geldstromen en andere van belang zijnde gegevens. Het strafrechtelijk onderzoek naar de onttrekkingen uit de boedel loopt nog. De officier vond dat verdachten de verplichtingen die de Faillissementswet hen oplegt aan hun laars lapten en doorgingen met het overtreden daarvan: “Zij zijn zich zelfs bewust van de strafbaarheid van hun handelen en volharden daarin.”
Aangifte curatoren
Het gedrag van beide verdachten acht de officier van justitie een vorm van voor eigen rechter spelen die zijn weerga in de Nederlandse rechtspleging niet kent. Volgens het OM zijn in Nederland faillissementen met een schuldenlast rond de 320 miljoen euro ongeëvenaard. Het motto van de 56-jarige verdachte was volgens de officier: ”we passen de tactiek van de verschroeide aarde toe”. Verdachten verstrekten volgens de officier niet alleen onvoldoende informatie over hun persoonlijke faillissementen, maar ook met betrekking tot 157 failliete vennootschappen. De curatoren die deze faillissementen afwikkelen hadden ernstige vermoedens dat activa aan de boedels zijn onttrokken. Daarvan werd ook aangifte gedaan door de curatoren. Het OM besloot het onderzoek naar de onttrekkingen vanuit de boedels naar privé van deze zaak af te splitsen omdat dat onderzoek nog steeds in regie bij de rechter-commissaris loopt.
Statement
De officier wilde in de rechtbank, vooruitlopend op de andere zaak, een statement afgeven. Namelijk dat inlichtingen voor de curatoren van het grootste belang zijn om hun werk, hun door de wet opgedragen taak, goed te kunnen verrichten. Het schenden van deze verplichting is zeer schadelijk voor de crediteuren en daarmee voor het vertrouwen in het economisch verkeer. De officier: “Eén van de belangrijkste verplichtingen die de Faillissementswet oplegt is dat de failliet, of de bestuurder daarvan, de curator – gevraagd én ongevraagd – alle informatie dient te verstrekken, zodat die zich een goed beeld kan vormen van de toestand van de boedel vóór en tijdens het faillissement, ten behoeve van de gezamenlijke crediteuren. Als men deze verplichting schendt dan verbindt de Strafwet daar consequenties aan.”
Strafeis
De officier vond op zitting dat wetteloosheid en brutaliteit bij de verdachten regeren: “Zij weten dat zij zich aan misdrijven schuldig hebben gemaakt en hebben er geen blijk van gegeven dat zij voornemens zijn om zich door curatoren te laten horen en de inlichtingen zullen geven waartoe zij verplicht zijn. Zich voor justitie veilig wanend in Dubai onttrekken zij zich aan alle verplichtingen.” Zij vond dat geen andere straf past dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het OM vordert voor beide verdachten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 16 maanden.
De zaak gaat woensdag 20 januari verder. Dan maakt de rechtbank bekend wanneer zij uitspraak doet.
Bron: OM