OM niet-ontvankelijk: verzuimboeten hebben dezelfde rechtsgevolgen als kennisgeving niet verdere vervolging
/Gerechtshof Den Haag 14 augustus 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1532
Het hof heeft vastgesteld dat ‘terzake van de feiten’ die aan de verdachte ten laste zijn gelegd, voor de aanslagjaren 2014 en 2015 aan hem verzuimboeten zijn opgelegd.
Het betreft dezelfde feiten in de zin van artikel 243, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering in samenhang met artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet daarop is sprake van ‘bestuurlijke boeten’ met dezelfde rechtsgevolgen als een kennisgeving van niet verdere vervolging. Op grond van artikel 246, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering eindigt daardoor de zaak.
Dit brengt mee dat het openbaar ministerie ter zake van het tenlastegelegde niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging.
Lees hier de volledige uitspraak.