(On)bewuste vooroordelen in de rechtspraak

Rechters worden geacht onpartijdig en onbevooroordeeld tot hun uitspraken te komen. Dit uitgangspunt is niet alleen een kernbeginsel van de rechtsstaat, maar wordt ook op meerdere plekken in de wet en in uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens herhaald en verder uitgewerkt. Dat dit uitgangspunt zo wordt benadrukt en bevestigd, laat zien dat het geen vanzelfsprekendheid is. Rechters zijn mensen en mensen zijn geneigd te oordelen op basis van een beperkte hoeveelheid informatie en een aantal mentale vuistregels waarmee die informatie wordt geordend. Dit kan gemakkelijk leiden tot overhaaste conclusies, die meer zeggen over de (vaak onuitgesproken) vooronderstellingen van degene die oordeelt dan over de feiten waar het om gaat.

In het meeste recente themanummer van Rechtstreeks staan (onbewuste) vooroordelen in de rechtspraak centraal. Vooroordelen zijn een specifeke vorm van onbewuste invloeden op de rechterlijke oordeelsvorming die afreuk doen aan het ideaal van een objectieve, onpartijdige en onbevooroordeelde beoordeling van een zaak. In de psychologische literatuur is een groot aantal van dergelijke biases geïdentifceerd die mensen gebruiken in het verwerken van informatie. In sommige gevallen hebben deze te maken met de manier waarop informatie wordt gepresenteerd: op welke wijze, in welke volgorde en met welke nadruk. In andere gevallen komen biases voort uit stereotiepe ideeën die mensen hebben over bepaalde situaties of (groepen) personen. In de rechtspraak kan dat er bijvoorbeeld toe leiden dat bepaalde verdachten of partijen eerder het voordeel (of juist nadeel) van de twijfel krijgen dan anderen. Zeker in combinatie met de menselijke neiging om in de gepresenteerde feiten vooral te zoeken naar bevestiging van het oordeel dat iemand al heef (de zogenaamde confrmation bias), kan dat bepaalde (groepen) personen bij voorbaat op achterstand zeten.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^