Onderzoek Algemene Rekenkamer: Integriteit als basis
/De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het integriteitsbeleid zoals dat op de ministeries wordt ingezet en beleefd. Daarbij valt op dat vertrouwenspersonen op ministeries in de positie zijn om hun werk goed te doen. Toch schort het bij een aantal ministeries aan aandacht en regels voor integer werken, en de monitoring daarvan. Uit een enquête die onder rijksambtenaren is gehouden blijkt dat bij een vermoeden van schending van de integriteit meer ambtenaren niet melden dan wel.
Het onderzoek Integriteit als basis is op 10 september 2024 gepubliceerd. Hoe ministeries systematisch integriteitsbeleid vormgeven is verschillend, en veelal niet compleet. Ook de beleving van integriteit op de werkvloer kent nog aandachtspunten. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan haar coördinerende rol voor het integriteitsbeleid bij de rijksoverheid beter invullen. Nu heeft de bewindsvrouw te weinig zicht op hoe departementen ermee omgaan.
Wij hebben beoordeeld of de 12 kerndepartementen voldoende invulling hebben gegeven aan het integriteitsbeleid voor ambtenaren. Daarvoor hebben we uitgebreid onderzoek gedaan naar zowel structuur- als cultuurmaatregelen.
Aandacht voor integriteit beter inbedden
President Pieter Duisenberg van de Algemene Rekenkamer benadrukt het belang van het serieus nemen van integriteitsbeleid bij het Rijk. Integriteit vormt een wezenlijk element van goed openbaar bestuur en is de ruggengraat van een betrouwbare en goed functionerende overheid. Burgers, bedrijven en ook parlementariërs moeten daarvan op aan kunnen. “Wij verwachten allemaal dat de Nederlandse overheid integer werkt. Elke ambtenaar, ook een leidinggevende, moet zich veilig voelen als er professionele tegenspraak wordt geleverd.”
Onderdeel van het onderzoek is een enquête die onder duizenden ambtenaren op departementen is uitgezet. De enquête van de Algemene Rekenkamer leert dat maar 15% van de leidinggevenden zich voldoende structureel ondersteund voelt. En dat terwijl voorbeeldgedrag onmisbaar is voor een integere organisatiecultuur. In de enquête geven bij een vermoeden van schending meer rijksambtenaren aan dat niet te melden, dan wel te melden.
Eerder heeft de Algemene Rekenkamer onder meer in 2004 en 2009 het integriteitsbeleid onderzocht. Ook toen was de voorbeeldrol en begeleiding van leidinggevenden een voorname bevinding.
De rijksoverheid hanteert geen centrale definitie van integriteit, maar in de Gedragscode Integriteit Rijk wordt wel beschreven wat er van de overheid wordt verwacht. De overheid moet namelijk integer zijn en dat betekent “dat de overheid in haar functioneren eerlijk en betrouwbaar is, de burgers correct behandelt en respectvol bejegent. Bovendien moet de overheid zichzelf ten voorbeeld stellen: als je wilt dat burgers zich fatsoenlijk gedragen, zal je dat als overheid ook moeten doen”
Integriteitsbeleid bestaat uit tal van regels en afspraken. Het onderzoek wijst uit dat de meeste leidinggevenden goed opereren, maar zij voelen zich onvoldoende ondersteund. Zij kunnen hun voorbeeldgedrag zichtbaarder uitdragen, zodat alle ambtenaren op een ministerie zich gesteund weten als zij met vragen of twijfels zitten over integer gedrag. Het onderwerp moet vaker op de werkvloer aan de orde komen om gewenst gedrag te stimuleren. President Duisenberg: “Vaak moet het in de praktijk eerst fout gaan, voordat de invulling van integer gedrag bespreekbaar wordt. Ambtelijk vakmanschap, waar integer handelen onderdeel van uitmaakt, kan beter ingebed worden.”
Incidenten krijgen aandacht, structurele aanpak is effectiever
Weliswaar is de basisstructuur voor een goed integriteitsbeleid bij ministeries aanwezig, maar op een aantal punten nog niet voldoende uitgewerkt. Zo ontbreekt een kwalitatief goede risicoanalyse bij 3 ministeries en is die bij 4 andere onvoldoende. Bij sommige ministeries zijn de integriteitscoördinatoren veel bezig met incidenten, terwijl een structurele aanpak effectiever is. Het is daarom belangrijk dat integriteitscoördinatoren een zelfstandige en sterke positie binnen de organisatie hebben.
Reactie minister van BZK
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft bestuurlijk op de conclusies en aanbevelingen gereageerd. Die reactie is integraal in het rapport opgenomen. Zij wil haar coördinerende rol op dit terrein versterken. Maar de Algemene Rekenkamer vindt dat zij nog weinig concreet is en niet ingaat op de bevindingen bij de verschillende ministeries. De aankondiging van een toetsingskader is een goede stap vooruit.
Het onderzoek Integriteit als basis is op 10 september 2024 aan het parlement en de minister van BZK gestuurd.
Documenten