Onjuiste belastingaangiften en valse kwitanties
/Gerechtshof Amsterdam 13 februari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:434
De verdachte heeft namens belastingplichtigen aangiften inkomstenbelasting ingediend en daarin gemaakte kosten opgevoerd die in werkelijkheid niet zijn gemaakt. Ter onderbouwing van de opgevoerde aftrekposten heeft de verdachte kwitanties valselijk opgemaakt. Deze kwitanties heeft hij als bijlage gevoegd bij de door hem naar de Belastingdienst opgestuurde valse vragenbrieven.
Verder hebben de verdachte en zijn mededader zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van € 115.550. Door hun handelen hebben de verdachten opbrengsten uit enig misdrijf aan het zicht van justitie onttrokken en getracht daaraan een schijnbare legale herkomst te verschaffen.
Gelet op de ernst van de feiten, de rol die de verdachte daarbij wordt verweten en het feit dat hij geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedragingen – integendeel: hij heeft geprobeerd de beschuldigingen van zich af te werpen door met de beschuldigende vinger te wijzen naar de belastingplichtigen – kan niet worden gekomen tot een andere dan een vrijheidsbenemende straf.
Bewezenverklaring
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
medeplegen van witwassen.
Strafoplegging
een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.
Lees hier de volledige uitspraak.