Ontneming: ondanks onjuiste betekening kon veroordeelde rechtspersoon gebruikmaken van aanwezigheidsrecht. Bij verstek toewijzing vordering van 2 miljoen.
/Rechtbank Rotterdam 22 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5493
De veroordeelde heeft zich, samen met anderen, gedurende een periode van anderhalf jaar schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift. De veroordeelde heeft inkoopfacturen opgesteld voor het inlenen van personeel en deze ingediend bij zorgvergoeders. Hiermee deed de veroordeelde het voorkomen dat personeel werd ingeleend van uitleenbedrijven voor het verrichten van zorg. In werkelijkheid is geen personeel ingehuurd en werd gebruik gemaakt van valse facturen. De daarop gebaseerde zorg werd dan ook niet geleverd, terwijl de veroordeelde hiervoor wel vergoedingen ontving van zorgvergoeders.
Voorvragen: betekening oproeping
Namens de veroordeelde veroordeelde01 is niemand ter terechtzitting verschenen.
In het proces-verbaal van de terechtzitting op 19 januari 2023 staat vermeld dat de rechtbank de zaak aanhoudt tot de terechtzitting op 8 juni 2023 om 13:30 uur en dat de veroordeelde dient te worden opgeroepen, met verstrekking van een afschrift van de oproeping aan de raadsman.
In het dossier bevindt zich een akte van uitreiking van de oproeping die is gericht aan veroordeelde01, maar op de uitreiking staat vermeld dat de gerechtelijke brief niet is uitgereikt, omdat op het adres niemand werd aangetroffen.
De raadsman van de veroordeelde heeft op 5 juni 2023 per e-mail laten weten dat hij contact heeft gehad met de (middellijk) bestuurder en aandeelhouder van de veroordeelde, naam01. naam01 heeft de raadsman aangegeven dat het weinig zin heeft om de vordering inhoudelijk te bestrijden. Daarnaast is er geen ruimte voor het betalen van de raadsman en kan er geen aanspraak worden gemaakt op gefinancierde bijstand. Gelet op het voorgaande heeft de raadsman geen conclusie van antwoord ingediend en aangekondigd niet te zullen verschijnen op de terechtzitting van 8 juni 2023, alsmede dat naam01 waarschijnlijk eveneens niet zou verschijnen.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank voldoende aanleiding om te concluderen dat, hoewel de oproeping in formele zin niet juist is betekend, de veroordeelde op de hoogte was van de zitting en voldoende gelegenheid heeft gehad om gebruik te maken van haar aanwezigheidsrecht. De rechtbank zal de ontnemingszaak dan ook inhoudelijk behandelen.
Beoordeling en berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Uit het vonnis en het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel blijkt het volgende.
In het rapport is berekend voor welk bedrag de veroordeelde meer heeft ontvangen door het indienen van de valse inkoopfacturen bij zorgvergoeders dan waar zij recht op had. 2
Vergoede zorg in uren
De veroordeelde heeft in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2018, de onderzoeksperiode van het wederrechtelijk verkregen voordeel, in totaal 94.113 uren individuele zorg gefactureerd. Van deze gefactureerde uren heeft de veroordeelde vergoedingen ontvangen voor 73.704 uren.
Maximale beschikbare capaciteit in uren
In totaal komt de capaciteit van de werknemers, stagiairs, vrijwilligers en overig personeel van de veroordeelde gedurende de onderzoeksperiode uit op een beschikbaarheid van 31.095 uren voor het leveren van individuele zorg.
Op basis van het vonnis en het rapport is aannemelijk geworden dat de dienstverlening genoemd op de inkoopfacturen van de onderaannemers nooit is geleverd. Om deze reden is bij het berekenen van de maximale beschikbare capaciteit van de veroordeelde in het rapport ook geen rekening gehouden met de inkoop van zorg bij onderaannemers.
Verschil vergoede zorg en maximaal beschikbare capaciteit
Het verschil tussen de vergoede zorg in uren en de maximaal beschikbare capaciteit in uren bedraagt:
73.704 uren
31.095 uren -
Totaal 42.609 uren
Berekening prijscomponent
In de onderzoeksperiode is door de veroordeelde € 3.040.078, - aan facturen ontvangen. Voor de berekening van het gemiddelde tarief is dit bedrag gedeeld door het aantal uren vergoede zorg.
€ 3.040.078, - ontvangen bedragen
73.704 uren vergoede zorg :
€ 41,24 gemiddeld tarief
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Op basis van het verschil in vergoede zorg en de maximaal beschikbare capaciteit in uren en het gemiddelde tarief is de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel als volgt:
42.609 uren
€ 41,24 gemiddeld tarief x
€ 1.757.195, - berekening voordeel
Tijdens het onderzoek zijn geen feiten en omstandigheden naar voren gekomen op basis waarvan kosten in mindering kunnen worden gebracht in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dat betekent dat het voordeel wordt geschat op een bedrag van € 1.757.195, -.
Vaststelling van de betalingsverplichting
Uitgangspunt is dat de betalingsverplichting wordt vastgesteld op het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. Er is in deze zaak geen reden om daarvan af te wijken. De rechtbank zal aan de veroordeelde de verplichting opleggen om een bedrag van € 1.757.195,- aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Lees hier de volledige uitspraak.