Privacy First in ongelijk gesteld in zaak over wetgeving UBO
/Gerechtshof Den Haag 16 november 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2176
De Nederlandse wetgeving aangaande ‘Ultimate Beneficial Owners’ hoeft niet buiten werking gesteld te worden. Dat heeft het gerechtshof Den Haag beslist. De Stichting Privacy had dit geëist in een hoger beroepzaak tegen de Nederlandse Staat.
De wetgeving naar aanleiding van de Europese anti-witwas richtlijn is in Nederland in werking getreden in september 2020. In die wetgeving is onder meer bepaald dat vennootschappen in het handelsregister moeten registreren wie hun ‘uiteindelijk begunstigden’ ofwel ’ultimate beneficial owners’ (UBO’s) zijn. Met deze UBO’s zijn bedoeld de natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaren zijn. Daarbij moet een aantal persoonsgegevens van de UBO’s worden opgegeven. Ook de aard en omvang van het door hen gehouden economisch belang dienen opgegeven te worden. Het algemene publiek kan via het UBO-register dit economisch belang, de geboortemaand- en jaar, de woonplaats en nationaliteit van de UBO te weten komen, maar het adres, het burgerservicenummer, en het geboorteland en -datum zijn alleen door instanties als de Belastingdienst in te zien.
Privacy First is een stichting die opkomt voor de privacy van alle burgers in Nederland. De stichting vordert in dit kort geding (voorlopige) buitenwerkingstelling van de UBO-wetgeving. Volgens haar is die wetgeving namelijk in strijd met het grondrecht van de UBO’s op privacy en met hun recht op bescherming van hun persoonsgegevens.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van Privacy First afgewezen. Het Haagse gerechtshof komt tot dezelfde beslissing. De reden daarvoor is dat niet aannemelijk is gemaakt dat de UBO’s op korte termijn ernstige schade zullen leiden. Dat is een vereiste om op Europese richtlijnen gebaseerde wetgeving in een kort geding (voorlopig) buiten werking te kunnen stellen. Daarbij heeft het gerechtshof meegewogen dat een UBO, die vreest dat hij door de openbaarmaking van zijn persoonsgegevens het risico loopt op ontvoering, afpersing of iets dergelijks, meteen al zijn gegevens voor het algemene publiek kan afschermen. De Nederlandse wetgeving voorziet in deze mogelijkheid.
Lees hier de volledige uitspraak.