Rapport Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen naar parlement
/De Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen, onder leiding van mr. J.W. Fokkens (oud-procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden), heeft het rapport “Niet boven maar in de wet. Een werkbare en faire regeling voor de opsporing, vervolging en berechting van ambtsdelicten van Kamerleden en bewindspersonen” aangeboden aan minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.
In de Grondwet is geregeld dat (voormalige) Kamerleden, ministers en staatssecretarissen bij ambtsdelicten terecht staan voor de Hoge Raad en dat de opdracht voor vervolging wordt gegeven door de regering (bij koninklijk besluit), of bij een besluit van de Tweede Kamer. Praktische richtlijnen voor de behandeling van aangiften die kunnen leiden tot een vervolgingsopdracht door de regering, zijn vastgelegd in een protocol. De procedure die leidt tot een besluit van de Tweede Kamer is vastgelegd in de Wet ministeriële verantwoordelijkheid en ambtsdelicten leden Staten-Generaal ministers en staatssecretarissen, een wet die dateert uit 1855.
De commissie had als opdracht om te adviseren over een fundamentele herziening van de wetgeving inzake vervolging en berechting van leden van de Staten-Generaal, ministers en staatssecretarissen wegens ambtsdelicten.
De commissie adviseert om tegelijkertijd zowel een wetsvoorstel tot wijziging van de “gewone” wet als een voorstel tot grondwetswijziging in procedure te brengen.
Beslissingen over dit rapport zijn aan het nieuwe kabinet. Op de ministeries van JenV en BZK worden voorbereidingen getroffen om het nieuwe kabinet in staat te stellen die snel te nemen.