Rechtbank honoreert procesafspraken in omvangrijke belastingfraudezaak vakantieparkketen
/Rechtbank Oost-Brabant 15 april 2025, ECLI:NL:RBOBR:2025:2217
De rechtbank Oost-Brabant heeft deze week uitspraak gedaan in een omvangrijke belastingfraudezaak waarbij een vakantieparkketen de directeur, zijn dochter en ex-vrouw zijn veroordeeld.
De 63-jarige directeur van een vakantieparkketen in Nederland en België veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk. Het bedrijf pleegde onder zijn leiding belastingfraude door ten minste vijf jaar lang bewust een geldstroom buiten de administratie te houden. Zijn dochter en ex-vrouw krijgen voor hun betrokkenheid een voorwaardelijke celstraf van een half jaar. Daarnaast krijgt zijn dochter de maximale taakstraf van 240 uur en zijn ex-vrouw een taakstraf van 180 uur. Het bedrijf krijgt een voorwaardelijke geldboete van 250.000 euro.
De onderneming
De verdachte rechtspersoon, rechtsopvolger van een vakantieparkorganisatie, heeft zich over een periode van vier jaar schuldig maakt aan grootschalige belastingfraude. Deze fraude bestaat onder meer uit het buiten de boekhouding houden van inkomsten uit zogenoemde rangerverhuur. Door structureel te verzuimen een juiste en volledige administratie te voeren, wordt het mogelijk gemaakt om belasting te ontduiken. De gedragingen vinden plaats binnen het fiscale domein en betreffen onder andere het niet bewaren van gegevensdragers en het niet registreren van omzet.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat zij, als rechtspersoon, samen met anderen opzettelijk geen administratie voert zoals vereist op grond van de belastingwet, en voorts opzettelijk boeken, bescheiden en andere gegevensdragers niet bewaart. Deze gedragingen zijn meermalen gepleegd en strekken ertoe dat te weinig belasting wordt geheven.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie stelt vast dat het dossier voldoende bewijs bevat voor een bewezenverklaring en acht een geldboete van 14.000 passend. Daarbij wijst het OM op de totstandkoming van procesafspraken en een gezamenlijk overeengekomen afdoeningsvoorstel. Zonder deze afspraken zou het OM een hogere boete van 20.000 hebben geëist, met een matiging vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging conformeert zich volledig aan het afdoeningsvoorstel en onthoudt zich van het voeren van bewijsverweren. Voorts ziet zij af van het doen van onderzoekswensen en stemt zij in met de consequenties van de procesafspraken. Ook is overeengekomen dat geen hoger beroep wordt ingesteld en dat de opgelegde straf zal worden nageleefd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank toetst de overeenkomst aan het arrest van de Hoge Raad van 27 september 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1252) en concludeert dat aan alle vereisten is voldaan. De verdachte is rechtsgeldig vertegenwoordigd, heeft vrijwillig ingestemd met het voorstel en doet op weloverwogen wijze afstand van bepaalde verdedigingsrechten. De rechtbank acht de procesafspraken evenwichtig en passend bij de ernst van de feiten, de bedrijfsomstandigheden van de verdachte en de aanzienlijke termijnoverschrijding van bijna drie jaar. Daarom wordt het afdoeningsvoorstel volledig gevolgd.
De bewezenverklaring
De verdachte heeft gedurende de periode van 1 januari 2014 tot en met 10 januari 2018, samen met anderen, opzettelijk geen administratie gevoerd en geen gegevensdragers bewaard zoals voorgeschreven door de belastingwet. De handelingen strekken ertoe dat te weinig belasting wordt geheven, onder meer door het structureel buiten beschouwing laten van inkomsten uit verhuur aan rangers.
De strafoplegging
Overeenkomstig het afdoeningsvoorstel legt de rechtbank een geldboete op van 14.000 euro. Hierbij is rekening gehouden met de aard van de fraude, het bedrijfsbelang van de rechtspersoon en de schending van de redelijke termijn.
Lees hier de volledige uitspraak.