Richtsnoeren betreffende de handhavingsprioriteiten van de Commissie bij de toepassing van het verbod op misbruik van een machtspositie gewijzigd
/De gewijzigde richtsnoeren houden rekening met de ontwikkelingen in de rechtspraak van de rechterlijke instanties van de EU, de handhavingspraktijk van de Commissie, en de marktontwikkelingen. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op de delen van de richtsnoeren die niet langer stroken met de aanpak van de Commissie wanneer zij bepaalt of zij bepaalde zaken met voorrang zal behandelen.
Achtergrond
Artikel 102 van het EU-Werkingsverdrag verbiedt misbruik van een machtspositie door ondernemingen die actief zijn op de Europese interne markt. Dit verbod heeft volgens de Commissie bijgedragen tot de bestraffing van het gedrag van ondernemingen met een machtspositie.
Op 5 december 2008 hechtte de Europese Commissie haar goedkeuring aan de Richtsnoeren betreffende de handhavingsprioriteiten van de Commissie bij de toepassing van artikel 82 van het EG-Verdrag op onrechtmatig uitsluitingsgedrag door ondernemingen met een machtspositie (hierna: de richtsnoeren handhavingsprioriteiten). Artikel 102 van het EU-Werkingsverdrag is in de plaats gekomen voor artikel 82 van het EG-Verdrag.
In de richtsnoeren handhavingsprioriteiten worden de handhavingsprioriteiten van de Commissie met betrekking tot uitsluitingsgedrag door ondernemingen met een machtspositie beschreven. Het doel was om meer duidelijkheid en voorspelbaarheid te bieden met betrekking tot het algemene beoordelingskader dat de Commissie hanteert om te bepalen of zij bepaalde zaken van uitsluitingsgedrag met voorrang moet doorzetten.
De richtsnoeren handhavingsprioriteiten waren niet bedoeld als rechtsregels en bevatten geen uitlegging van het begrip misbruik van een machtspositie, maar er wordt enkel in beschreven volgens welke benadering de Commissie de zaken selecteert die zij prioritair wil behandelen.
Wijziging van de richtsnoeren
De handhavingsprioriteiten van de Commissie zijn in de loop der tijd geëvolueerd dankzij de ervaring die is opgedaan met de praktijk van de Commissie, die rekening hield met de ontwikkeling van de jurisprudentie van de rechterlijke instanties van de EU en met marktontwikkelingen. De rechtspraak van de rechterlijke instanties van de EU heeft met name een op effecten gebaseerde benadering van artikel 102 van het EU-Werkingsverdrag bevestigd en de betekenis en reikwijdte van bepaalde begrippen in de richtsnoeren handhavingsprioriteiten verduidelijkt.
In het licht van deze ontwikkelingen heeft de Commissie besloten om de richtsnoeren handhavingspraktijken te wijzigen. De gewijzigde richtsnoeren zijn op 31 maart 2023 in het Publicatieblad van de EU gepubliceerd. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op de delen van de richtsnoeren handhavingsprioriteiten die niet langer stroken met de aanpak van de Commissie wanneer zij bepaalt of zij bepaalde zaken prioritair zal behandelen. De wijzigingen zijn aangebracht in overeenstemming met het beginsel van behoorlijk bestuur, om de transparantie van de beginselen die ten grondslag liggen aan het handhavingsoptreden van de Commissie te verbeteren.