Sanctieregelgeving – ‘A clash between the rule of law and the rule of the gun’
/Naar aanleiding van de invasie van Rusland in Oekraïne heeft de Europese Unie in hoog tempo de grootste sanctiepakketten uit de Europese geschiedenis aangenomen. Deze sancties tegen Rusland hebben gevolgen voor de juridische dienstverlening in Nederland.
Door de complexiteit van de sanctieregelingen en de veelheid aan sancties die over de EU-lidstaten is uitgestort, is correcte naleving geen eenvoudige taak. Bovendien heeft naleving van de sancties voor de Nederlandse advocatuur een dubbele dimensie vanwege de rol van advocaten binnen de democratische rechtsstaat. Advocaten moeten enerzijds - in vrijheid - adequaat bijstand kunnen verlenen aan cliënten en de beroepsregels naleven, anderzijds moeten ook zij de sancties naleven. Daarnaast is de reikwijdte van beperkende maatregelen niet altijd even helder, ook omdat omzeilingsverboden aan de orde kunnen zijn en de strekking van maatregelen in acht moet worden genomen.
In het belang van de advocaat en (de toegang tot het recht voor) rechtzoekenden heeft de NOvA de afgelopen periode achter de schermen herhaaldelijk overleg gevoerd met de betrokken departementen om helderheid te krijgen over verschillende aspecten van de sanctieregelgeving.
Reikwijdte van beperkende maatregelen en voorwaarden waaronder juridische dienstverlening is toegestaan
De juridische dienstverlening die noodzakelijk is voor de verdediging of vertegenwoordiging van (een) gesanctioneerde (Russische) (rechts)perso(o)n(en) en met hen verbonden (rechts)perso(o)n(en) in het kader van of in verband met een rechtsgeding, daaronder begrepen de juridische dienstverlening die noodzakelijk is voor het bepalen van een ontheffing van EU-sancties, is toegestaan. Over de reikwijdte en gevolgen van het huidige, achtste sanctiepakket voert de NOvA nog overleg met de departementen.
‘Meldplicht’ van artikel 8
Onder de ‘meldplicht’ van artikel 8 [2] valt niet de informatie van of over een gesanctioneerde cliënt waarvan de advocaat uit hoofde van zijn beroepsuitoefening kennis neemt en die noodzakelijk is voor de verdediging of vertegenwoordiging van de gesanctioneerde cliënt in het kader van of in verband met een rechtsgeding, daaronder begrepen informatie die noodzakelijk is voor het bepalen van de rechtspositie of voor het instellen of vermijden van een rechtsgeding.
Mogelijkheden om uit bevroren tegoeden redelijke kosten betaald te krijgen
Een advocaat kan bij het ministerie van Financiën een verzoek indienen om toestemming te krijgen voor het vrijmaken (‘ontvriezen’) van middelen om de door hem redelijk gemaakte kosten vergoed te krijgen. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek kan het ministerie van Financiën als voorwaarde stellen dat de deken van de orde in het arrondissement alwaar de verzoekende advocaat kantoor houdt per betaling bevestigt aan de betrokken bank: a) de redelijkheid van deze gemaakte kosten; en b) dat de verzoekende advocaat op goede gronden heeft geoordeeld dat de door hem geleverde juridische dienst – waarvoor de redelijke kosten zijn gemaakt en de vrijgave wordt verzocht – buiten de werking van het verbond van artikel 2 lid 2 [2] valt.
Reikwijdte van het begrip ‘met hen verbonden (rechts)personen’
Bij ‘met hen verbonden (rechts)personen’ is het van belang om te bepalen of er sprake is van een eigendoms- of zeggenschapsrelatie met de gesanctioneerde entiteit in kwestie [3].
Reikwijdte van de nieuwe verbodsbepaling artikel 5 quindecies, tweede lid
De nieuwe verbodsbepaling artikel 5 quindecies, tweede lid [4] ziet niet op natuurlijke personen.
Belangrijke verschillen tussen Sanctiewet 1977 en Wwft
Alhoewel de Sanctiewet 1977 en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vaak in een adem genoemd worden [5] en er overlap bestaat met de verplichtingen die voortvloeien uit deze wetten, zijn er belangrijke verschillen.
Beide wetten brengen verschillende verplichtingen met zich mee. De Sanctiewet 1977 stelt de verplichting om de identiteit van nieuwe en bestaande relaties te controleren, zodat kan worden nagegaan of deze overeenkomen met personen of entiteiten genoemd op de sanctielijsten. De Wwft stelt de verplichting tot het doen van cliëntonderzoek, zodat duidelijk wordt met wie er zaken wordt gedaan. Transacties vinden wel plaats maar worden doorlopend gemonitord, en voor zover ongebruikelijk, worden deze gemeld bij FIU-Nederland.
Beide wetten kennen een ander toepassingsbereik. Europese sancties zijn veelal ingesteld door middel van verordeningen, waardoor de sancties rechtstreeks van toepassing zijn in Nederland. De geboden en verboden moeten (na publicatie in het Publicatieblad van de EU) door eenieder worden toegepast, dus ook door advocaten. De Wwft is ‘enkel’ van toepassing op natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die als advocaat zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig advies geven of bijstand verlenen bij de in artikel 1a lid 4 sub c Wwft genoemde rechtshandelingen.
Beide wetten hanteren verschillende terminologie. In de Sanctiewet 1977 en aanverwante (lagere) regelgeving gaat het om ‘de relatie’, terwijl het in de Wwft gaat om ‘de cliënt’. Met een ‘relatie’ in de Sanctiewet 1977 wordt bedoeld: iedereen die betrokken is bij een financiële dienst of transactie. De verplichting tot naleving strekt hier dus verder dan onderzoek naar alleen de cliënt en gaat bijvoorbeeld ook om de uiteindelijk belanghebbende (UBO), eventuele gemachtigden en de wederpartij bij een financiële transactie.
Beide wetten kennen een andere benadering. De Sanctiewet 1977 kent een resultaatsverplichting en is ‘rule based’, wat betekent dat alle relaties moeten worden gecontroleerd. De Wwft gaat uit van een risicogebaseerde benadering, waarbij geldt dat een inschatting moet worden gemaakt van het risico op witwassen of terrorismefinanciering bij bepaalde cliënten.
Bron: NOvA