Staat is niet verplicht levering van F-35 onderdelen aan Israël te staken
/Rechtbank Den Haag 15 december 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:19744
De Staat is niet verplicht om levering van F-35 onderdelen aan Israël op grond van een eerder vastgestelde vergunning te stoppen. Dit volgt uit een uitspraak van de rechtbank Den Haag in het kort geding dat drie belangenorganisaties hebben aangespannen.
Vorderingen van drie belangenorganisaties
Oxfam Novib, Vredesbeweging PAX Nederland en The Rights Forum behartigen in dit kort geding de belangen van (Palestijnse) burgers in Gaza die slachtoffer zijn of dreigen te worden van oorlogsgeweld. Ook komen zij op voor het algemeen belang dat is gediend bij het naleven van het internationaal humanitair oorlogsrecht. Deze drie organisaties vinden dat de Staat het internationale recht schendt door Israël te voorzien van (onderdelen bestemd voor) gevechtsmaterieel, terwijl volgens de belangenorganisaties de Staat weet dat Israël hiermee fundamentele beginselen van het oorlogsrecht schendt. Zij vorderen dat de Staat hiermee stopt.
Doorlevering F-35 onderdelen
De Staat wijst erop dat de minister bij het nemen van de beslissing om F-35 onderdelen te blijven leveren aan Israël een brede afweging heeft gemaakt. De minister is er daarbij niet vanuit gegaan dat al vaststaat dat Israël het internationale humanitaire oorlogsrecht schendt. Zij stelt dat de huidige (oorlogs-)situatie in Gaza zeer complex is en dat er nog veel onduidelijk is. De Staat heeft op de zitting toegelicht welke andere belangen de minister heeft meegewogen. Die afweging heeft geresulteerd in de beslissing niet te stoppen met de doorlevering aan Israël van de F-35 onderdelen.
Oordeel rechter
De rechter oordeelt allereerst dat de minister niet verplicht was om de in 2016 verleende vergunning voor het vervoer van F-35 onderdelen nu, in verband met het conflict tussen Hamas en Israël, opnieuw te toetsen aan de criteria waaraan is getoetst in 2016. Wel was de minister verplicht om te bezien of aan de levering van de F-35 onderdelen aan Israël een einde gemaakt zou moeten worden. Dat heeft de minister ook gedaan.
De rechter beoordeelt daarna of de minister in redelijkheid heeft kunnen komen tot haar beslissing om niet in te grijpen en de vergunning in stand te laten. Daarbij moet de rechter zich terughoudend opstellen. De afwegingen die de minister maakt zijn in sterke mate van politieke en (andere) beleidsmatige aard en de rechter moet de minister daarin een ruime mate van vrijheid laten.
De rechter komt tot de conclusie dat de minister de relevante belangen heeft afgewogen en in redelijkheid tot haar afwegingen en handelwijze kon komen. De door Oxfam Novib gevorderde voorzieningen met betrekking tot de uit- en doorvoer van F-35 onderdelen naar Israël worden afgewezen.
Lees hier de volledige uitspraak.