Taakstraf en voorwaardelijke celstraf voor illegale handel in pythonhuiden
/Rechtbank Oost-Brabant 22 maart 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:1215
De rechtbank Oost- Brabant heeft een 55-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot 200 uur taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden. Hij kocht illegale dierenhuiden in, verwerkte die en verkocht ze vervolgens door.
De verdachte haalde tussen november 2015 en december 2016 samen met een ander 100 pythonhuiden vanuit Indonesië naar Nederland en kocht eveneens 720 meter pythonhuid (omgerekend is dat afkomstig van 200 tot 300 pythons).
Hij verwerkte deze huiden in zijn eigen producten – vesten, riemen, zadeltassen en dergelijke – en verkocht die vervolgens door. In zijn opslag lagen ook stukken bont van verschillende katachtigen, een otterhuid, boa-huid en varaan- en leguaanhuiden. Voor geen van deze producten van beschermde dieren had hij de vereiste papieren.
Daarnaast had hij een grote hoeveelheid illegale tabletten met morfine in bezit.
De verdachte handelde uit commercieel oogpunt en winstbejag en had daarbij geen oog voor de wettelijke maatregelen om de handel in producten van bedreigde diersoorten te reguleren. Hij was bekend met de Cites-overeenkomst (regels om dieren- en planten te beschermen), maar schafte desondanks bewust producten zonder betreffende documenten aan. Daarmee bracht de verdachte indirect schade toe aan de natuur.
Omdat het Openbaar Ministerie de redelijke termijn waarbinnen zij deze zaak voor de rechter had moeten brengen met 1,5 jaar heeft overschreden, matigt de rechtbank de taakstraf van 240 naar 200 uur. Daarnaast krijgt de verdachte een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden. Dit moet hem ervan weerhouden dat hij opnieuw de fout ingaat.
Lees hier de volledige uitspraak.