Taakstraf voor subsidiefraude door feitelijk leidinggevende voetbalvereniging
/Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28 februari 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:1161
De rechtbank heeft een verdachte veroordeeld voor subsidiefraude als feitelijk leidinggevende van een voetbalvereniging. De verdachte diende als projectleider en penvoerder een subsidieaanvraag in ter waarde van €69.100 voor een zaalvoetbalproject, maar gebruikte een groot deel van het geld voor andere doeleinden. Daarnaast maakte hij opzettelijk gebruik van vervalste documenten om de subsidie te verkrijgen. De rechtbank legt de verdachte een taakstraf van 200 uur op, met als vervangende straf 100 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Tenlastelegging
De verdachte werd verweten dat hij:
Valsheid in geschrift heeft gepleegd
Het indienen van een vervalst eindverantwoordingsverslag met onjuiste financiële gegevens over de besteding van de subsidie.
Opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vervalste documenten
Het overleggen van een intentieverklaring met vervalste handtekeningen van samenwerkingspartners in de subsidieaanvraag.
Misbruik heeft gemaakt van overheidsmiddelen
De subsidie was bedoeld voor zaalvoetbaltrainingen en coaching voor jongeren, maar werd deels besteed aan reguliere veldvoetbalactiviteiten en andere niet-geautoriseerde uitgaven.
De rechtbank oordeelt dat de verdachte als feitelijk leidinggevende van de voetbalvereniging verantwoordelijk is voor de strafbare feiten.
Oordeel van de rechtbank
Bewijs en motivering
Uit onderzoek van de Belastingdienst en een strafrechtelijk financieel onderzoek bleek dat:
De opgegeven uitgaven voor sportmateriaal, accommodatiehuur en evaluatie niet overeenkwamen met de daadwerkelijke transacties.
Grote sommen geld contant werden opgenomen, zonder verantwoording.
Er onterechte uitgaven werden gedaan aan privéconsumpties, waaronder rookwaren en vliegreizen.
Handtekeningen van samenwerkingspartners onder de intentieverklaring vervalst waren, volgens getuigenverklaringen en politieonderzoek.
De verdachte beriep zich op een vergissing, maar kon geen bewijs leveren dat hij de subsidieverstrekker tijdig op de hoogte stelde van de fout.
Ernst van de feiten
De rechtbank beschouwt de fraude als ernstig, omdat:
Gemeenschapsgeld onterecht werd aangewend.
Het vertrouwen in subsidies voor maatschappelijke projecten werd geschaad.
De verdachte geen verantwoordelijkheid nam en bleef ontkennen.
Strafverlichtende omstandigheden
De rechtbank houdt rekening met:
Het blanco strafblad van de verdachte.
Het feit dat hij sinds het plegen van de feiten niet opnieuw met justitie in aanraking is gekomen.
De overschrijding van de redelijke termijn voor berechting.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de fraude, maar ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, legt de rechtbank op:
Een taakstraf van 200 uur
Indien niet uitgevoerd: 100 dagen hechtenis.
Geen voorwaardelijke gevangenisstraf, vanwege het tijdsverloop en het blanco strafblad.
Conclusie
De rechtbank benadrukt dat subsidiefraude een ernstig strafbaar feit is, maar houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Een taakstraf wordt passend geacht als sanctie voor het misbruik van gemeenschapsgeld.
Lees hier de volledige uitspraak.