Rechtbank Oost-Brabant 10 augustus 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:3953

De rechtbank Oost-Brabant heeft een bedrijf uit Herpen veroordeeld tot een geldboete van 10.000 euro, waarvan de helft voorwaardelijk. De 49-jarige eigenaar en zijn 24-jarige zoon krijgen een taakstraf van respectievelijk 70 uur en 60 uur, waarvan in beide gevallen 20 uur voorwaardelijk. Het bedrijf en de eigenaren zijn verantwoordelijk voor een ongeval waarbij een destijds minderjarige stagiair ernstig gewond raakte.

De toen 17-jarige stagiair zat in maart 2016 op een schuifconstructie achter een stilstaande tractor die door de zoon werd bestuurd. De schuif gebruikte de zoon om (rest)voer weg te halen in een door het bedrijf gehuurde koeienstal in Heeswijk-Dinther. De vader was tegelijkertijd bezig met een tractor met daarachter een voermengwagen om vers voer te storten voor de koeien. Op enig moment reed de vader naar achteren en raakte daarbij met de bumper van de voermengwagen de stagiair in zijn rug. Het slachtoffer liep daarbij letsel op aan zijn ruggenwervels, een botbreuk in zijn heup en forse kneuzingen.

Volgens de rechtbank was het ongeval aan de verdachten te wijten. Ze droegen verantwoordelijkheid voor de veiligheid en het welzijn van hun personeel, maar lieten na om doeltreffende maatregelen te nemen en daarmee te voldoen aan de arboregels. Zo hadden zij geen beschrijving van mogelijke gevaren en risico’s binnen het bedrijf toegespitst op jeugdigen. Ook werd er over de risico’s en gevaren onvoldoende instructie en voorlichting gegeven aan het jeugdige personeel voor het gebruik van de schuifconstructie.
De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straffen rekening mee dat de vader al veel ervaring had met werken op een melkveehouderij en dat de zoon – die weliswaar met name degene was die de stagiair direct aanstuurde – nog jong was en relatief kort werkzaam was in et bedrijf. Dit maakt dat de vader een langere taakstraf krijgt.

Lees hier de volledige uitspraak.