Veroordeling tot 12 maanden gevangenisstraf voor het medeplegen van gewoontewitwassen
/Gerechtshof 's-Hertogenbosch 8 mei 2013, LJN BZ9807
De echtgenote van verdachte heeft in de ten laste gelegde periode grote geldbedragen verduisterd. In het dossier is geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat verdachte direct betrokken is geweest bij deze verduistering. Evenmin is bewijs voorhanden op grond waarvan kan worden vastgesteld dat verdachte als medepleger de door zijn echtgenote verduisterde (girale) geldbedragen tot een totaal van € 1.113.422,37 op enig moment voorhanden heeft gehad.
Het hof heeft wel vastgesteld dat verdachte en zijn echtgenoot de beschikking hebben gehad over grote geldbedragen, tot een totaal van € 257.876,51.
Gelet op diverse feiten en omstandigheden (waaronder tegenstrijdige verklaringen), de hoogte van de geldbedragen en nu verdachte naar het oordeel van het hof geen aannemelijke verklaring hiervoor heeft gegeven, kunnen deze geldbedragen naar het oordeel van het hof niet anders dan - middellijk dan wel onmiddellijk - afkomstig zijn van enig misdrijf.
De vordering van de benadeelde partij wijst het hof af, omdat sprake is van een te ver verwijderd verband tussen de schade, geleden ten gevolge van de verduistering door de echtgenote van verdachte, en het bewezen verklaarde gewoontewitwassen.
Lees hier de volledige uitspraak.