Veroordeling voor feitelijk leidinggeven aan het door twee uitzendbureaus valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie en het doen van onjuiste aangiften
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 29 maart 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1044
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich als feitelijk leidinggever schuldig heeft gemaakt aan het door besloten vennootschap 1 B.V. respectievelijk (voorheen geheten) besloten vennootschap 2 B.V. valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie en het opzettelijk doen van onjuiste en onvolledige aangiften voor de loonheffing. Deze vennootschappen waren actief in de uitzendbranche. Met valse facturen is voorgewend dat personeel werd ingeleend van aan de verdachte gelieerde (onder meer buitenlandse) rechtspersonen, terwijl in werkelijkheid de eigen uitzendkrachten werden ingezet. Die facturen zijn opgenomen in de bedrijfsadministraties, waardoor deze administraties valselijk zijn opgemaakt. De bedragen die op grond van de valse facturen ter betaling zijn overgemaakt, zijn aangewend voor onder meer zwarte verloning van uitzendkrachten. Over het loon dat aan de eigen uitzendkrachten werd betaald, werden op aangifte geen loonheffingen afgedragen (ofwel omdat onjuist aangiften zijn gedaan ofwel omdat na aangiften door correcties de afgedragen loonheffingen ongedaan zijn gemaakt). Door deze geraffineerde constructie, waarmee is getracht door middel van valse facturen de onjuiste aangiften voor de loonheffing toe te dekken, heeft de Staat der Nederlanden aanzienlijke belastinginkomsten misgelopen.
Het hof stelt dit strafrechtelijke benadelingsbedrag vast op €280.435. Dit bedrag valt uiteen in een bedrag van €156.649 betreffende besloten vennootschap 1 B.V. (vide dossierpagina 2191) en een bedrag van €123.786 betreffende besloten vennootschap 2 B.V. (vide dossierpagina 2196, waarbij de niet tenlastegelegde door besloten vennootschap 2 B.V. gedane aangiften voor de loonheffing over de perioden 3, 4 en 5 met een nadeelbedrag van €57.806 door het hof niet zijn meegenomen, aangezien die aangiften geen deel uitmaken van het procesdossier en om die reden evenmin ter terechtzitting in hoger beroep aan de orde konden worden gesteld).
Uit een op bevel van het hof opgemaakte ambtsedige verklaring van belastingambtenaar verbalisant 2 d.d. 13 september 2021 komt met betrekking tot het belastingnadeel naar voren dat er aan de vennootschappen naheffingsaanslagen zijn opgelegd, maar dat op de bedragen aan strafrechtelijk nadeel, zoals berekend in het strafrechtelijk onderzoek, geen verminderingen of verrekeningen zijn geweest als gevolg van betalingen door personen gelieerd aan besloten vennootschap 1 B.V. of aan besloten vennootschap 2 B.V. Het gehele bedrag aan strafrechtelijk nadeel van zowel besloten vennootschap 1 B.V. als van besloten vennootschap 2 B.V. is op enig moment oninbaar geleden wegens het opheffen van de faillissementen wegens gebrek aan baten.
Bewezenverklaring
Feit 1 primair en feit 2: valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Feit 3 en feit 4: opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist en onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Strafoplegging
De fiscale fraudekamer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van het voorarrest.
Lees hier de volledige uitspraak.