Veroordeling voor medeplegen van overtreding van art. 173a Sr en opzettelijk overtreden van art. 6 Asbestverwijderingsbesluit

Rechtbank Oost-Brabant 25 november 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:6902

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van overtreding van artikel 173a Wetboek van Strafrecht en het medeplegen van opzettelijk overtreden van artikel 6 van het Asbestverwijderingsbesluit. Verdachte heeft met twee klusjesmannen gedurende ongeveer een week asbesthoudende platen verwijderd door deze kapot te maken en te breken, waardoor asbest(vezels) in de lucht werd(en) gebracht en gevaar voor de openbare gezondheid is ontstaan.

Achteraf kon niet exact worden vastgesteld hoe hoog de concentratie asbestvezels is geweest gedurende de bewezenverklaarde periode. Voor de mate van verwijtbaarheid en daarmee voor de op te leggen straf, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank echter geen wezenlijk verschil. De verwijtbaarheid zit hem met name in de volledige onderschatting door verdachte van de risico’s van werken met asbesthoudend materiaal. Verdachte moest weten dat sprake was van niet-hechtgebonden asbest in de dakplaten. Verdachte heeft niet de nodige voorzorgsmaatregelen genomen voor het werken met niet-hechtgebonden asbest. Door de breekwerkzaamheden is een groot deel van de woning en de omgeving van de woning besmet met asbest. Hij heeft de werkzaamheden niet laten uitvoeren door een daartoe gecertificeerd bedrijf. De klusjesmannen droegen geen beschermende kleding of afdoende adembescherming.

Verdachte heeft de huurders van de woning, onder wie een jong kind, de klusjesmannen, de buren en eventuele andere personen en passanten in de omgeving op een volstrekt onaanvaardbare manier blootgesteld aan besmetting met niet-hechtgebonden asbestvezels. Verdachte heeft geen van de huurders gewaarschuwd voor de werkzaamheden en de aanwezigheid van niet-hechtgebonden asbest, noch enige maatregel getroffen om blootstellingsrisico’s te beperken. Tijdens de werkzaamheden liepen mensen in en uit de woning. Verdachte heeft hierdoor niet alleen mensen onnodig blootgesteld aan ernstige gezondheidsrisico’s maar hen mogelijk ook levenslang de angst bezorgd dat zij een dodelijke asbestgerelateerde ziekte kunnen ontwikkelen. Een delict als het onderhavige kan maatschappelijke onrust veroorzaken en leiden tot toename van gevoelens van angst en onveiligheid onder burgers.

Bewezenverklaring

  • feit 1 primair: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk een stof in de lucht brengen, terwijl daarvan gevaar voor de openbare gezondheid te duchten is

  • feit 2 primair: medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan (artikel 6 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005)

Strafoplegging

De rechtbank legt een geldboete van €12.000 subsidiair 95 dagen hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren op.

De rechtbank houdt rekening met de hoge leeftijd van verdachte, te weten 90 jaar.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^