Veroordelingen in Havenschandaal blijven in stand
/Hoge Raad 11 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:641 en ECLI:NL:HR:2017:642
De veroordelingen van zakenman Joep van den Nieuwenhuijzen en de oud-controller van het Rotterdamse Havenbedrijf zijn definitief. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld.
Van den Nieuwenhuijzen en de oud-controller werden veroordeeld voor hun rol in de fraude- en omkopingszaak rond het Rotterdamse Havenbedrijf. Van den Nieuwenhuijzen kreeg 365 dagen gevangenisstraf waarvan 285 dagen voorwaardelijk, en een boete van 150.000 euro. De oud-controller kreeg een maand voorwaardelijke gevangenisstraf.
Tegen de veroordeling van Van den Nieuwenhuijzen kwamen zowel de Openbaar Ministerie als de verdachte in cassatie. Volgens de verdachte had het hof ten onrechte geoordeeld dat zijn giften aan de toenmalige directeur van het Havenbedrijf tot doel hadden tegenprestaties en een voorkeursbehandeling van deze directeur te verkrijgen. Maar volgens de Hoge Raad staat aan dit oordeel van het hof niets in de weg. Ook een klacht over de hoogte van de boete werd verworpen.
Het Openbaar Ministerie klaagde bij de Hoge Raad over de vrijspraak van de verdachte van bepaalde feiten (bedrieglijke bankbreuk). Ook die klachten kunnen niets afdoen aan de beslissing van het hof.
De klachten van de oud-controller over een onbehoorlijke procesorde en onvoldoende motivering van zijn veroordeling kunnen evenmin tot cassatie leiden.
Lees hier de volledige uitspraken: