Verzoek ex 591a Sv deels afgewezen: De aard en omvang van de zaak staan niet in verhouding met aantal gedeclareerde uren. Niet billijk dat alle kosten voor rekening van de Staat komen.
/Rechtbank Den Haag 13 februari 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:1502
Verzocht is om vergoeding ten laste van de Staat van de kosten van rechtsbijstand tot een bedrag van in totaal €6.834,67.
Beoordeling van het verzoek
De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd door een inmiddels onherroepelijk vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 20 april 2017, waarbij verzoeker is vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot behandeling van het verzoek en het verzoek is tijdig ingekomen.
Kosten rechtsbijstand
Op grond van artikel 591a lid 2 Sv kan aan een gewezen verdachte, wiens strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel een vergoeding worden toegekend voor de kosten van rechtsbijstand.
Ingevolge artikel 90 Sv heeft toekenning van een vergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
De rechtbank acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker een bedrag toe te kennen als vergoeding voor de kosten van de raadsman. Gelet op de aard, omvang en complexiteit van de zaak, zal de rechtbank niet het volledige verzochte bedrag toewijzen.
Vooropgesteld moet worden dat het in deze zaak ging om de verdenking van relatief eenvoudige feiten, namelijk huisvredebreuk, diefstal en vernieling. Het betreft een dossier van 40 pagina’s, waarvan 15 pagina’s zien op personalia.
Er is door de raadsman in totaal 32 uur besteed aan deze zaak, bestaande uit (in totaal) bijna 9 uur jurisprudentie en literatuur onderzoek, 5,5 uur voor het opstellen van een sepotverzoek, 3,5 uur voor studie van het strafdossier en 5,75 uur voor het opstellen van de pleitnota en het preliminair verweer. Naar het oordeel van de rechtbank staat het aantal gedeclareerde uren niet in verhouding tot de eenvoud en omvang van de zaak. De rechtbank acht het dan ook niet billijk dat al deze kosten voor rekening van de Staat komen. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de kosten voor rechtsbijstand naar billijkheid toewijzen tot een bedrag van €3.500.
Lees hier de volledige uitspraak.