Voormalig medewerker en partner veroordeeld voor oplichting Defensie
/De Rechtbank Gelderland veroordeelt een voormalig burgermedewerker van Defensie voor jarenlange oplichting van zijn werkgever. De 53-jarige man uit Warnsveld krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf, een taakstraf van 240 uur en een beroepsverbod opgelegd. Zijn 34-jarige vrouw is volgens de rechtbank medeplichtig aan een deel van de oplichting en krijgt een taakstraf van 100 uur.
De man bekende dat hij - vanwege financiële problemen - besloot om op facturen van een bestaand bedrijf het rekeningnummer van zijn vrouw te zetten. De vervalste facturen stuurde de man aan Defensie die de facturen uitbetaalde. Toen de kans op ontdekking toenam, richtte de man een eigen bedrijf op en verstuurde hij uit naam van dat bedrijf opnieuw valse facturen aan Defensie. Nadat deze oplichting aan het licht kwam en de man door zijn werkgever werd geschorst, richtte hij nogmaals een bedrijf op en diende hij weer valse facturen in. Tussen augustus 2017 en november 2019 kreeg het stel op deze manier ruim 150 duizend euro gestort. Dat geld ging onder meer op aan etentjes en vakanties.
De vrouw wist van de oplichting, maar had daarin geen actieve rol. Zij wordt daarom vrijgesproken van het medeplegen van de oplichting. Omdat zij instemde met het gebruik van haar bankrekeningnummer is zij volgens de rechtbank wel medeplichtig aan de oplichting waarbij gebruik is gemaakt van die rekening.
Verwijtbaar
De rechtbank neemt de man kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat zijn werkgever in hem had en dat hij zelfs nadat hij is geschorst nog doorging met zijn oplichtingspraktijken. Daarmee koos hij steeds voor zijn eigen behoefte aan geld. Hoewel de oplichting voor zijn vrouw altijd verkeerd voelde, stak zij hier toch geen stokje voor, maar werkte daaraan juist mee door haar bankrekening ter beschikking te stellen.
Straf lager dan de eis
Vanwege de tijd die er inmiddels is verstreken en omdat het stel hun leven op de rit heeft, legt de rechtbank de man geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op. Daarmee wijkt de rechtbank af van de eis van de officier van justitie. De rechtbank vindt het belangrijk dat de man zijn huidige baan behoudt, omdat het stel bezig is met het aflossen van hun schulden en ook de schade van Defensie zal moeten vergoeden. Ook voor de vrouw valt de straf lager uit dan de eis van de officier van justitie. Dat komt omdat de rechtbank niet alles wat de officier haar verwijt, bewezen vindt.
Beroepsverbod
De rechtbank legt de man naast de taakstraf nog wel een voorwaardelijke gevangenisstraf op van een half jaar en met een proeftijd van 3 jaar. Daarmee heeft de man een stok achter de deur om geen nieuwe strafbare feiten te plegen en mee te werken aan behandeling. Ook krijgt de man een beroepsverbod opgelegd. Hij mag 5 jaar lang niet meer voor de overheid werken in een functie met financiële verantwoordelijkheid.