Vordering benadeelde partij: Kosten vervanging cilinderslot aan te merken als rechtstreekse schade geleden door diefstal met braak?
/Hoge Raad 10 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2576
De verdachte is bij arrest van 24 december 2014 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden wegens diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak (feit 1) en wederspannigheid (feit 2).
Voorts heeft het hof de vordering van de benadeelde partij (in verband met het onder 1 bewezenverklaarde) toegewezen tot een bedrag van € 699,95, subsidiair 13 dagen hechtenis, de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, en de verdachte een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, een en ander als nader in het arrest omschreven.
Middel
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat de kosten van de vervanging van een cilinderslot zijn aan te merken als schade die de benadeelde partij rechtstreeks door het onder 1 tenlastegelegde feit heeft geleden.
Beoordeling Hoge Raad
Een benadeelde partij kan in het strafproces vergoeding vorderen van de schade die zij door een strafbaar feit heeft geleden indien voldoende verband bestaat tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreekse schade heeft geleden. Voor de beantwoording van de vraag of daarvan sprake is, zijn de concrete omstandigheden van het geval bepalend. (Vgl. HR 22 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:959, NJ 2014/256.)
Bezien in het licht van de bewezenverklaring en hetgeen de benadeelde partij blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd, geeft het oordeel van het Hof dat de door de benadeelde partij met betrekking tot het cilinderslot geleden schade in zodanig nauw verband staat met de bewezenverklaarde diefstal met braak door de verdachte, dat die schade redelijkerwijs moet worden aangemerkt als rechtstreeks aan de benadeelde partij toegebracht, niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dit oordeel is ook niet onbegrijpelijk.
Het middel faalt.
Lees hier de volledige uitspraak.