Vordering cassatie in het belang der wet over het verstrekken van gegevens aan derden over lopende civiele procedures
/Parket bij de Hoge Raad 3 juni 2022, ECLI:NL:PHR:2022:533
Zijn gerechtelijke instanties (wettelijk) gehouden om in verband met de openbaarheid van rechtspraak informatie over lopende civiele procedures te verstrekken aan derden? Volgens advocaat-generaal (AG) Wesseling-Van Gent moet die vraag bevestigend worden beantwoord. De basis voor een verplichting tot het verstrekken van informatie over aanhangige zaken is gegeven in de bestaande wetgeving, waaronder de Grondwet, en rechtspraak over de openbaarheid van de behandeling van een zaak op de zitting. Dat derden in het geheel geen toegang hebben tot informatie over lopende civiele zaken staat volgens de AG haaks op het beginsel van openbaarheid van rechtspraak. In haar vordering tot cassatie in het belang der wet doet zij een aantal aanbevelingen.
Achtergrond
In de (juridische) praktijk bestaat behoefte aan informatie over lopende civiele procedures. Zo kan het voor een partij van belang zijn om te weten of tussen andere partijen een procedure aanhangig is, en om deze te volgen om op grond daarvan haar strategie te bepalen. Ook advocaten kunnen er belang bij hebben om procedures te volgen waarvan zij het bestaan kennen (bijvoorbeeld doordat hun cliënt is gedagvaard) maar waarin zij zich nog niet hebben gesteld. Door de procedure te ‘observeren’, kunnen zij beoordelen of het in het belang van hun cliënt is om zich te stellen, of om een vordering tot voeging of tussenkomst in te dienen. Daarnaast blijkt dat informatie over lopende procedures (telefonisch) door derden bij de gerechten wordt opgevraagd.
De vraag of gerechten op grond van (inter)nationale wetgeving op het gebied van openbaarheid van rechtspraak gehouden zijn om aan derden op verzoek gegevens over lopende civiele procedures te verstrekken, is door een advocatenkantoor gespecialiseerd in Intellectueel Eigendom (IE) onder de aandacht gebracht van de Commissie cassatie in het belang der wet, die daarover positief heeft geadviseerd aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Dat heeft geresulteerd in deze vordering tot cassatie in het belang der wet.
Opvatting AG
De AG constateert dat (proces)informatie nu alleen is te vinden in het zogenoemde Roljournaal. Dat Roljournaal is echter uitsluitend toegankelijk voor advocaten, en dan alleen in hun eigen zaken en die van kantoorgenoten. Het Roljournaal is bovendien in beginsel alleen op zaaknummer doorzoekbaar. Het publiek heeft nu geen toegang tot informatie over aanhangige civiele zaken, behalve door middel van het uittreksel van de rol dat op grond van het Besluit orde van dienst gerechten voor een ieder in het gerechtsgebouw ter inzage wordt gelegd. In dat uittreksel staat echter niet vermeld wanneer bijvoorbeeld in een zaak een mondelinge behandeling plaatsvindt.
Op dit moment is het voor derden dan ook niet mogelijk om te achterhalen of tussen bepaalde partijen een lopende procedure aanhangig is, welk zaaknummer een procedure heeft gekregen en of daarin een zitting/behandeling is gepland en zo ja, wanneer die zitting plaatsvindt. De meest voor de hand liggende manier om toch aan die informatie te komen, is door middel van een telefonisch verzoek aan de griffies van de gerechten. Met dit soort verzoeken wordt verschillend omgegaan.
De AG vindt het onaanvaardbaar dat het voor derden in het geheel niet kenbaar is dat, waar en wanneer in civiele zaken zittingen plaatsvinden. Dat is volgens haar niet verenigbaar met de eisen die aan de openbaarheid van rechtspraak moeten worden gesteld. Het staat ook in contrast met de praktijk van de Europese gerechten zelf en de gerechten in de ons omringende landen.
De AG beveelt in haar vordering aan dat de Raad voor de rechtspraak ten behoeve van de rechtbanken en de gerechtshoven een richtlijn opstelt om zo tot een uniform en (ook voor de griffies en afdelingen communicatie) werkbaar beleid te komen over het in beginsel verschaffen van informatie over aanhangige civiele zaken, daarbij onder andere rekening houdend met de privacyaspecten van de procespartijen. Ook de Hoge Raad zal volgens de AG zo’n richtlijn moeten opstellen voor zaken die bij de Hoge Raad aanhangig zijn.
Uitspraak Hoge Raad
Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.
Lees hier de volledige conclusie.