Vrijspraak overtreding Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, omdat uit het dossier niet volgt dat verdachte een biocide heeft gebruikt waarvoor geen toelating was verleend

Rechtbank Amsterdam 18 maart 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1145

Op 9 oktober 2018 om 23.39 uur komt bij de centrale meldkamer van de politie regio Amsterdam de melding binnen dat op het adres adres , waar een studentencomplex is gevestigd, twee personen onwel zijn geworden. De hulpdiensten gaan naar het genoemde adres. De twee personen die onwel zijn geworden en daar in een appartement verbleven, worden per ambulance naar de spoedeisende hulp van het OLVG te Amsterdam vervoerd. In het appartement worden hoge concentraties koolmonoxide (CO) en waterstofsulfide (H2S) gemeten, met name in het gootsteenkastje. Na onderzoek blijkt de bron daarvan in het ondergelegen pand te zijn, waar hostel gevestigd is. Uit verder onderzoek blijkt dat er in twee kamers van het hostel bestrijding van bedwantsen had plaatsgevonden. Hierbij was kennelijk gebruik gemaakt van aluminiumfosfide, dat onder invloed van vocht uit de lucht reageert en ontwikkelt tot onder andere het voor mensen giftige gas fosfine (PH3). De brandweer rapporteert dat in de kamers waarin aluminiumfosfide is toegepast en op de gang waarden fosfine gemeten zijn boven de levensbedreigende waarde voor blootstelling van één uur.

Verdachte wordt er, kort gezegd, van beschuldigd dat hij al dan niet samen met anderen een biocide (aluminiumfosfide) heeft gebruikt en/of voorhanden of op voorraad heeft gehad zonder dat dit biocide was toegelaten.

De rechtbank stelt vast dat verdachte wordt verweten dat hij (tezamen en in verenging met anderen) een biocide, te weten aluminiumfosfide, heeft gebruikt en voorhanden en/of op voorraad heeft gehad, zonder dat voor die biocide toelating overeenkomstig de biocidenverordening was verleend.

Biociden zijn noodzakelijk voor de bestrijding van organismen die schadelijk zijn voor de gezondheid van mens of dier, en voor de bestrijding van organismen die schade toebrengen aan natuurlijke of vervaardigde materialen. Door hun intrinsieke eigenschappen en de bijpassende gebruikspatronen kunnen biociden evenwel gevaren inhouden voor mensen, dieren en het milieu. Biociden mogen niet op de markt worden aangeboden, noch worden gebruikt, tenzij overeenkomstig de biocidenverordening een toelating is verleend.

Fosfine is een toegelaten middel ter bestrijding van dierlijke organismen (mijten en insecten). Het is primair een stofwisselingsgif met een direct schadelijke werking. Blootstelling aan hoge concentraties fosfine kan dodelijk zijn. Fosfine werkt in op belangrijke enzymen in het ademhalingssysteem van lichaamscellen met inwendige verstikking als gevolg. Bij inhalatie kan ook een plaatselijke werking op de luchtwegen verwacht worden. Bij blootstelling aan iets lagere concentraties kan fosfine longoedeem veroorzaken, wat ook dodelijk kan zijn. Verder kunnen zich bij acute intoxicaties ernstige afwijkingen voordoen aan het centraal zenuwstelsel, hart, lever en nieren. Fosfine heeft een steile concentratie-effectcurve. Dat wil zeggen dat er weinig marge is tussen een blootstelling aan een lagere concentratie die geen dodelijke effecten veroorzaakt en een blootstelling aan een hogere concentratie die wel dodelijke effecten veroorzaakt.

In Nederland is de toepassing van het bestrijdingsmiddel fosfine, ook wel fosforwaterstof (PH3) genoemd, aan zeer strikte voorschriften gebonden. Aluminiumfosfinetabletten zoals die in Nederland in de agrarische sector worden gebruikt zijn zeer gevaarlijk voor de volksgezondheid. De toepassing is slechts toegestaan in opslagruimten zoals loodsen, silo’s, schepen en containers maar niet in woningen en verblijven, waarbij de minimale veiligheidsafstand bij een gassing 10 meter is gemeten vanaf de buitenzijde van het onder gas staande object. Het middel mag slechts worden toegepast door mensen die in het bezit zijn van een vakbekwaamheidsbewijs bestrijding dat is afgegeven door Bureau erkenningen in opdracht van de Minister van Economische Zaken.

Buiten kijf staat dat verdachte (meermalen) opzettelijk een product met aluminiumfosfide als werkzame stof heeft gebruikt. Verdachte heeft verklaard dat hij een aantal keer tabletten in de hotelkamers heeft neergelegd om bedwantsen te bestrijden en dan maakte dat hij wegkwam. De brandweer heeft in de nacht van 9 op 10 oktober 2018 hoge concentraties fosfine gemeten. Op 12 oktober 2018 stond in een van de kamers van het hostel waar verdachte de bedwantsen heeft bestreden, een afvalemmer met een plastic zak waarin vijf aluminium kokers lagen. De brandweer heeft een foto gemaakt van een van de kokers. Op dat buisje staat “aluminium phosphide” en “30 fumigation tablets” “each tablet generates 33% w/w phosphine”.

Eveneens staat niet ter discussie dat aluminiumfosfide kan worden aangemerkt als biocide. De vraag is echter niet alleen of verdachte in de ten laste gelegde periode (telkens) aluminiumfosfide heeft gebruikt en of dit een biocide is, maar ook of voor het gebruikte biocide toelating was verleend als bedoeld in de biocidenverordening. De officier van justitie heeft zijn stelling dat er geen twijfel bestaat over het feit dat het hier een biocide betreft die niet is toegelaten onder de biocidenverordening niet onderbouwd.

Uit het dossier volgt dat aluminiumfosfide onder verschillende merknamen wordt verkocht. In het dossier worden verschillende namen genoemd: Quickphos PT, DETIA WM, Luxan mollentabletten en Celphos. In de telefoon van verdachte zijn twee foto’s aangetroffen waarop een buisje is te zien met de tekst “Tancan; Celphos; Fumigant; Aluminium phosphide”. Er zijn sterke aanwijzingen dat medeverdachte medeverdachte 2 Agrifum - Fumiphos heeft laten bestellen, dat verkrijgbaar zou zijn in Spanje. Uit het dossier wordt echter niet duidelijk wat de merknaam van het product is dat verdachte heeft gebruikt. Voor zover al kan worden aangenomen dat verdachte telkens (een van) de producten heeft gebruikt waarvan foto’s op zijn telefoon en op die van medeverdachte medeverdachte 2 zijn aangetroffen, dan blijkt uit het dossier niet met voldoende mate van zekerheid dat het in deze zaak om een of meer niet-toegelaten biociden gaat. Het proces-verbaal van bevindingen betreffende de herkomst verpakkingen volstaat in dit geval niet. Dat proces-verbaal houdt onder meer in dat de verbalisant contact heeft opgenomen met een medewerkster van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Zij heeft haar verwezen naar de website www.ctgb.nl waar op toelatingen op werkzame stof(fen) kan worden gezocht. Bij het invoeren van de werkzame stof aluminiumfosfide op die website kreeg de verbalisant drie treffers. Vervolgens heeft de verbalisant een van de fabrikanten benaderd. Deze verklaarde dat in Nederland alleen de variant van 57% aluminiumfosfide wordt gebruikt en dat “de soort aluminiumfosfide van 33% waarvan u mij een foto heeft doorgemaild, verkopen wij in zijn geheel niet in Nederland en is mijn wetens ook niet toegestaan in Nederland”. De conclusie van de verbalisant is dat het aannemelijk is dat het middel aluminiumfosfide van 33% in zijn geheel niet in Nederland verkocht wordt en ook niet gebruikt mag worden. Uit het dossier blijkt niet of het onderzoek ook ziet op biociden die wel toegelaten zijn op basis van een toelating elders in de Europese Unie.

Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet volgt dat verdachte een biocide heeft gebruikt waarvoor geen toelating was verleend. De rechtbank acht het ten laste gelegde dan ook niet bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.

Wat verdachte, die op generlei wijze gecertificeerd is om aluminiumfosfide te gebruiken noch onderricht in het gebruik daarvan heeft gekregen, kan worden verweten is dat hij – door de manier waarop hij de aluminiumfosfide heeft gebruikt en de plek waar hij dat heeft gedaan – niet op zorgvuldige wijze is omgegaan met een biocide, de restanten daarvan en de aangebroken verpakkingen, en aldus de in artikel 2a van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden neergelegde (algemene) zorgplicht heeft geschonden, maar dit is hem niet ten laste gelegd.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^