Vrijspraak van feitelijk leiding geven aan / opdracht geven tot het vals laten opmaken dan wel vervalsen van de donateursadministratie
/Rechtbank Limburg 8 juli 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:5397
De verdenking komt erop neer dat de verdachte:
Feit 2 primair: feitelijk leiding heeft gegeven aan dan wel opdracht heeft gegeven tot het valselijk opmaken dan wel vervalsen van de (donateurs)administratie van de Naam stichting door deze stichting met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te (doen) gebruiken;
Feit 2 subsidiair: samen met een ander of anderen opzettelijk de (donateurs)administratie valselijk heeft opgemaakt dan wel vervalst met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 2 primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De officier heeft daartoe aangevoerd dat er is geknoeid met handgeschreven donateurslijsten, te weten de zogenaamde meterlijst en giftenlijst van de Naam stichting, verder te noemen: ‘de Stichting’. Deze lijsten zijn door de (waarnemend) raadsman van de verdachte overgelegd tijdens de raadkamer gevangenhouding van 23 november 2017 en hadden als doel het afleggen van financiële verantwoording. De tijdens de raadkamer gevangenhouding overgelegde lijsten zijn vergeleken met gelijknamige lijsten die zijn aangetroffen in de computer van de moskee. De bedragen op de overgelegde giftenlijst en meterlijst zijn een stuk hoger dan die op de giftenlijst en meterlijst in de computer van de moskee. Volgens de officier van justitie zijn bedragen op de overgelegde lijsten kunstmatig verhoogd dan wel kunstmatig toegevoegd. Het doel hiervan was volgens de officier van justitie om te verdoezelen dat een deel van de gelden, waarmee de nieuwe moskee was gefinancierd, afkomstig was uit het Midden Oosten. Het opmaken van een financiële administratie van de Stichting betreft de normale bedrijfsvoering ten bate van de Stichting en de Stichting kon via haar bestuurders invloed uitoefenen op deze gedragingen. De valsheid in geschrifte kan derhalve aan de Stichting worden toegerekend. De verdachte heeft aan die gedragingen feitelijk leiding gegeven, omdat hij als voorzitter van de Stichting, in die hoedanigheid, verantwoordelijk was voor de financiële administratie. De verdachte speelde tevens een prominente rol als fondsenwerver, ook voor (anoniem verkregen) gelden uit het Midden-Oosten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verdachte van het tenlastegelegde onder 2 integraal dient te worden vrijgesproken. De verdediging voert daartoe aan dat uit het dossier noch het verhandelde ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij hetgeen hem wordt verweten. De verdachte had noch formeel, noch materieel enige rol bij de financiële verslaglegging. Van (voorwaardelijk) opzet is geen sprake. Verder voert de verdediging aan dat de giftenlijst en meterlijst die in de raadkamer gevangenhouding zijn overgelegd, geen onderdeel uitmaken van ‘de administratie’ van de moskee. Bovendien zijn deze lijsten zonder toestemming van de verdachte door de voormalige raadsman van de verdachte overgelegd.
Het oordeel van de rechtbank
Feit 2 primair
De rechtbank stelt op grond van artikel 2:285 van het Burgerlijk Wetboek vast dat een stichting een rechtspersoon is. Op grond van artikel 52 van de Algemene Wet Rijksbelastingen is een stichting administratieplichtig.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de Stichting haar donaties heeft verantwoord door middel van een zogenaamde ‘meterlijst’, ‘giftenlijst’ en ‘1750-lijst’, welke lijsten zijn teruggevonden in de computer die in de moskee is aangetroffen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat deze lijsten onderdeel uitmaken van de financiële administratie van de Stichting.
Bij de beantwoording van de vraag of een verdachte strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld ter zake van het feitelijke leidinggeven aan een door een rechtspersoon verrichte verboden gedraging, dient eerst te worden vastgesteld of die rechtspersoon een strafbaar feit heeft begaan (dat wil zeggen: een strafbaar feit heeft gepleegd of daaraan heeft deelgenomen). Ingeval die vraag bevestigend kan worden beantwoord, komt de vraag aan de orde of kan worden bewezen dat de verdachte aan die gedraging feitelijke leiding heeft gegeven.
De vraag of de Stichting een strafbaar feit heeft gepleegd beantwoordt de rechtbank ontkennend. Uit de bewijsmiddelen noch het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat de (donateurs)administratie van de Stichting is vervalst. In de computer, die in de moskee te Geleen op 14 februari 2017 is aangetroffen en in beslag is genomen, zijn Excelbestanden aangetroffen waarin (onder meer) een ‘meterlijst’ en een ‘giftenlijst’ is opgenomen. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat niet kan worden vastgesteld dat deze lijsten vals of vervalst zijn en aldus van de correctheid van die lijsten mag worden uitgegaan. De lijsten die door of namens de verdachte tijdens de zitting in de raadkamer gevangenhouding op 23 november 2017 zijn overgelegd, zijn mogelijk vervalst omdat enkele donateursbedragen op die lijsten niet te achterhalen zijn of niet overeenkomen met de lijsten die in de computer zijn aangetroffen. Echter, niet is komen vast te staan dat deze mogelijke vervalste lijsten in de administratie van de Stichting zijn opgenomen.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de Stichting het strafbare feit, zoals ten laste gelegd, heeft gepleegd. Dit maakt dat van strafbaar opdracht geven of feitelijk leiding geven door de verdachte aan het door de Stichting gepleegd strafbaar feit, geen sprake kan zijn. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde feit onder 2 primair.
Feit 2 subsidiair
De verdachte wordt verweten dat hij samen met een ander of anderen de (donateurs)administratie van de Stichting heeft vervalst, doordat hij in die administratie een ‘meterlijst’ en ‘giftenlijst’ heeft opgenomen waarop in strijd met de waarheid staat beschreven dat donaties plaatsvonden door bezoekers van de Naam moskee, dan wel door een aantal verschillende personen, terwijl de beschreven bedragen deels afkomstig waren uit een andere bron.
De rechtbank acht weliswaar mogelijk dat de lijsten die tijdens de raadkamer gevangenhouding op 23 november 2017 zijn overgelegd vervalst dan wel vals zijn, echter niet is komen vast te staan dat deze lijsten zijn opgenomen in de administratie van de Stichting, zoals eerder overwogen onder feit 2 primair. Bovendien heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat van de correctheid van de lijsten die in de computer zijn aangetroffen, mag worden uitgegaan.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het aan hem tenlastegelegde feit onder 2 subsidiair.
Lees hier de volledige uitspraak.