Vrijspraak vervoeren van afvalstoffen zonder (correct ingevulde) begeleidingsbrief
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 december 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:10598
Aan verdachte is ten laste gelegd dat zij op drie data afvalstoffen heeft vervoerd zonder dat zij een (correct ingevulde) begeleidingsbrief onder zich had. Op de begeleidingsbrieven zouden immers de transportdatum en herkomst onjuist zijn en zou de vermelding ‘route-inzameling’ niet kloppen.
Het hof stelt de volgende feiten, die verder ook niet ter discussie staan, vast. Verdachte zamelt op verschillende locaties afvalstoffen in bij particulieren. De containers met deze afvalstoffen worden naar een vestiging in Lelystad gebracht, waar zij niet langer dan 48 uur geparkeerd worden. Van Lelystad worden de containers naar de eindverwerker vervoerd. In Lelystad wordt geen afval uit de containers gehaald. De containers blijven gesloten totdat ze bij de eindverwerker aankomen. Bij het inzamelen van de afvalstoffen is sprake van route-inzameling, zoals gedefinieerd in artikel 1 onder e van het Besluit bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen.
De vraag die centraal staat in deze zaak is of de route-inzameling eindigt op het moment van stallen in Lelystad en, in het verlengde daarvan, of er voor het vervoeren van de containers van Lelystad naar de eindverwerker een nieuwe begeleidingsbrief nodig is.
Standpunten AG & verdediging
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de containers worden overgeslagen in Lelystad en dat de route-inzameling daar eindigt. Wanneer de containers verder vervoerd worden is er een nieuwe begeleidingsbrief nodig.
De verdediging heeft zich, kort gezegd, op het standpunt gesteld dat er weliswaar gesproken kan worden van overslag, maar dat dit geen einde maakt aan de route-inzameling. De route-inzameling eindigt pas wanneer het afval bij de eindverwerker uit de container wordt gehaald.
Relevante wet- en regelgeving en beleidsdocumenten
Artikel 10.44 lid 1 van de Wet milieubeheer luidt:
1. Degene die bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen vervoert, is verplicht zolang hij die afvalstoffen onder zich heeft, een begeleidingsbrief als bedoeld in artikel 10.39 bij die afvalstoffen aanwezig te hebben.
Uit de Memorie van Antwoord bij artikel 10.44 Wet milieubeheer blijkt dat de begeleidingsbrief onder andere tot doel heeft om inzicht te geven in de aard, samenstelling herkomst en bestemming van de afvalstoffen.
Artikel 1 onder e van het Besluit bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke stoffen luidt, voor zover van belang:
In dit besluit wordt verstaan onder:
e. route-inzameling: inzameling van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen volgens een vooraf bepaalde route waarbij de afvalstoffen tijdens het vervoer worden samengevoegd met gelijksoortige afvalstoffen die worden afgegeven door verschillende personen;
In hoofdstuk 15 van het Landelijke Afvalbeheerplan (hierna: LAP) staat op pagina 140:
De activiteit van het inzamelen van een afvalstof eindigt wanneer de inzamelaar de afvalstof uit het inzamelmiddel haalt.
In hoofdstuk 17 van het LAP staat op pagina 155:
Onder overslaan van afvalstoffen wordt in het LAP verstaan:
Verrichten van alle handelingen op één locatie, waarbij afvalstoffen vanuit of vanaf een opbergmiddel of transportmiddel in of op een ander opbergmiddel of transportmiddel worden overgebracht.
Hieronder vallen bijvoorbeeld beladen, lossen, hevelen, enz. met bijvoorbeeld kranen, transportbanden en leidingen, maar het uitvoeren van iedere verwerkingshandeling (sorteren, scheiden, spoelen, mengen, etc.) valt hier niet onder.
In het kader van het LAP vallen ook onder overslaan (…)
het stallen van met afval geladen voertuigen, bijvoorbeeld het overnachten van een volle vrachtwagen op een inrichting. (…)
Gelet op het hiervoor staande is het overslaan van afvalstoffen zonder uitgebreide acceptatie/registratie doelmatig, als:
er geen enkele bewerking met of van het afval geschiedt (uitgezonderd eventueel overladen zonder dat daarbij feitelijk wordt gemengd) én
de begeleidingsdocumenten in orde zijn.
De FAQ op de website van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (hierna: LMA) vermeldt het volgende:
In welke situaties moeten, tijdens het transport van in route ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, met tussentijds parkeren (< 48 uur) op tijdelijke locaties, twee verschillende begeleidingsbrieven, met verschillende locaties van herkomst en bestemming, worden opgesteld?
Er mag gebruik worden gemaakt van één begeleidingsbrief voor het gehele traject (locatie van herkomst is ‘Diverse locaties’ en locatie van bestemming is ‘Afvalverwerker’), als sprake is van:
tijdelijk parkeren op afgesloten parkeerplaatsen van inrichtingen waar handelingen met afvalstoffen mogen worden verricht voor zover sprake is van een incident c.q. onvoorziene omstandigheid;
tijdelijk parkeren op afgesloten parkeerplaatsen van inrichtingen waar geen handelingen met afvalstoffen mogen worden verricht en voldaan wordt aan onderstaande voorwaarden.
Voorwaarden:
Het betreft afgesloten wisselcontainers, gevuld met uitsluitend in route ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen;
De afvalstoffen blijven in de wisselcontainer, er worden geen handelingen met het afval verricht;
De maximale duur van het parkeren is 48 uur;
Het parkeren van de wisselcontainer moet via een omgevingsvergunning of melding in het kader van het Activiteitenbesluit zijn toegestaan.
Verweer van de verdachte
De vertegenwoordiger van verdachte heeft ter terechtzitting aan de hand van het werkproces uitgelegd dat door de door verdachte gehanteerde handelwijze deze afvalstromen juist inzichtelijk blijven. Als een nieuwe begeleidingsbrief nodig zou zijn voor het transport tussen het overslaan en het vervoer naar de eindverwerker, zou het juist veel ingewikkelder worden om de afvalstroom te kunnen volgen vanaf de route-inzameling. (Onweersproken) is gesteld dat de containers tussentijds niet worden geopend en de afvalstoffen dus niet uit het inzamelmiddel worden gehaald. Door de huidige handelwijze van verdachte, waarbij dezelfde begeleidingsbrief gehanteerd wordt vanaf het begin van de route-inzameling totdat het afval bij de eindverwerker uit de container wordt gehaald, zijn de afvalstromen juist inzichtelijk.
Het oordeel van het hof
Het hof stelt voorop dat de regelgeving op het gebied van (vervoer van) afvalstoffen tot doel heeft afvalstromen inzichtelijk te maken.
In de wet is niet vastgelegd op welk moment de route-inzameling eindigt. Naar het oordeel van het hof brengt een redelijke wetsuitleg met zich mee dat in het onderhavige geval de route-inzameling eindigt wanneer het afval bij de eindverwerker uit de container wordt gehaald en niet wanneer de gesloten container tijdelijk geparkeerd wordt in Lelystad. Hoewel bij het parkeren gesproken kan worden van overslaan in de betekenis die daaraan wordt gegeven in het LAP, betekent dit niet, dat de route-inzameling op dat moment stopt. Aangezien de route-inzameling nog niet geëindigd is, is voor het vervoer van Lelystad naar de eindverwerker geen nieuwe begeleidingsbrief vereist. Het hof heeft begrepen dat op de website van het LMA in 2015 het antwoord op de FAQ ook in deze zin is aangepast.
De op de begeleidingsbrief vermelde transportdatum en herkomst en de vermelding ‘route-inzameling’ zijn daarom niet onjuist. Het hof zal verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde.
Lees hier de volledige uitspraak.