Vrijspraak voor internationale internetoplichting

Rechtbank Limburg 9 maart 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:1890

Een man van 71 jaar oud is op 9 maart 2020 door de rechtbank Limburg vrijgesproken van internetoplichting. De rechtbank kan niet vaststellen dat de verdachte de oplichting heeft gepleegd of anderen heeft geholpen.

Oplichting

In de periode van augustus tot oktober 2017 bestelden 48 personen in binnen- en buitenland spullen via verschillende websites en betaalden daarvoor. Zij ontvingen echter niet de bestelde goederen. De verdachte is oprichter en eigenaar van de bedrijven die gebruikt zijn voor het starten van die websites. Door de benadeelden zijn betalingen gedaan op bankrekeningen van die bedrijven. De verdachte heeft die bankrekeningen enkele maanden daarvoor geopend, maar zegt de inlogcodes aan een ander te hebben afgegeven. Hij ontkent betrokkenheid bij de internetoplichting. Volgens verdachte waren de bedrijven nodig voor Chinese investeerders.

Geen bewijs voor oplichting door de verdachte

Uit het onderzoek blijkt niet dat de verdachte de websites maakte, bestellingen accepteerde, betalingen ontving en geldbedragen wegsluisde naar het buitenland. Ook blijkt niet dat de verdachte samenwerkte met anderen die daar wel bij betrokken zijn. Dat de verdachte naderhand de slachtoffers aan het lijntje heeft gehouden is onvoldoende om te kunnen zeggen dat verdachte de oplichtingen heeft gepleegd. Nieuw of aanvullend onderzoek na zoveel tijd zou geen resultaten opleveren. Technische gegevens over de websites en het internetgebruik van de verdachte zijn niet meer beschikbaar.

Vrijspraak

Omdat er geen bewijs is dat de verdachte betrokken is bij deze oplichtingen via internet, spreekt de rechtbank hem vrij. De rechtbank beseft dat deze uitkomst van de zaak zuur is voor de slachtoffers. Een andere beslissing alleen om die reden laat de wet niet toe.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^