Vrijspraak voor verdenking van doxing

Rechtbank Rotterdam 4 december 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:12023

De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een 56-jarige man vrijgesproken van doxing. De man werd ervan beschuldigd persoonsgegevens van een officier van justitie en diens broer te hebben gedeeld op het sociale netwerk X (voorheen Twitter) met de bedoeling hen nadeel toe te brengen. De rechtbank oordeelde dat doxing niet bewezen is. De berichten zijn op X gezet vóór de invoering van de wet die doxing strafbaar stelt per 1 januari 2024. Het niet verwijderen van de berichten na deze datum kan niet worden gezien als strafbare verspreiding van de gegevens.

De zaak

De officier van justitie stelde dat de verdachte de persoonsgegevens had gedeeld met de bedoeling  de slachtoffers te intimideren en hun werk te belemmeren. Na de invoering van de wet waarin doxing is strafbaar gesteld per 1 januari 2024 zijn de berichten niet verwijderd, waardoor de gegevens volgens het OM ook na die datum zijn verspreid met de bedoeling nadeel toe te brengen aan de slachtoffers.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat doxing niet bewezen is. De berichten zijn door de verdachte op X geplaatst vóór de invoering van de wet. Het niet verwijderen van de berichten na 1 januari 2024, wordt niet gezien als het blijven verspreiden van persoonsgegevens met bedoeling nadeel toe te brengen aan de slachtoffers.

De rechtbank benadrukte daarbij dat het nalaten om de berichten te verwijderen te ver afstaat van het fysiek verspreiden. Dit heeft als gevolg dat de bedoeling  om nadeel toe te brengen aan de slachtoffers hieruit niet kan worden afgeleid of dat die bedoeling vanaf het plaatsten van de berichten steeds is blijven bestaan. Ander bewijs voor die bedoeling was er niet.

Gelet op bovenstaande spreekt de rechtbank de verdachte vrij.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^