OM eist werkstraffen, voorwaardelijke gevangenisstraffen en boete voor heling gestolen Italiaanse kunst
/In 2002 worden uit de abdij Abbazia di Santa Maria in Sylvis in de Italiaanse plaats Sesto al Reghena 6 schilderijen met afbeeldingen van heiligen, 7 fresco’s en 15 archeologische voorwerpen ontvreemd. Vijftien jaar later ziet de Italiaanse politieafdeling die zich bezig houdt met de bescherming van cultureel erfgoed twee van de gestolen schilderijen op de website van een Nederlands bedrijf dat handelt in kerkinrichtingen staan. Het Openbaar Ministerie eist vandaag werkstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen tegen vier verdachten voor hun betrokkenheid bij het helen van de schilderijen. Daarnaast moet het bedrijf van twee van de verdachten, als het aan het OM ligt, bestraft worden met een boete van 10.000 euro.
De schilderijen zijn door de Italiaanse staat aangemerkt als cultureel erfgoed. Voor cultuurgoederen in het bezit van een religieuze instelling geldt dat ze niet mogen worden verkocht in het buitenland. De heilige schilderijen die gestolen zijn uit de Abdij Abbazia di Santa Maria in Sylvis vallen binnen deze categorie.
De export van dergelijke kunst vanuit Italië is dus verboden. Dat er op zeer grote schaal sprake is van diefstallen bij religieuze instellingen in zuidelijke landen, blijkt uit de cijfers van de Italiaanse autoriteiten: tussen 2010 en 2015 vonden 1931 diefstallen plaats in religieuze instellingen in Italië. “Illegale handel in religieuze kunstobjecten met name vanuit Zuid-Europa was en is een groot probleem”, stelt het OM vandaag tijdens deze rechtszaak. “Bij deze praktijk van ‘witwassen’ van cultureel erfgoed, dat van grote historische en culturele waarde is voor het land van herkomst, past daarom een strafoplegging. Aanzienlijke delen van de culturele geschiedenis van een land gaan op deze manier helaas verloren.”
Het is een 57-jarige verdachte woonachtig in Duitsland die de kerkelijke olieverfschilderijen in een bestelbusje vanuit Italië naar Nederland laat vervoeren en vervolgens aanbiedt bij een veilinghuis. In november 2015 vindt de verkoop plaats. Naar eigen zeggen –hiervoor is echter geen bewijs naar voren gekomen- is dit een vriendendienst van verdachte voor een persoon met wie hij in Italië in de gevangenis zou hebben gezeten. Het OM eist tegen hem een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden.
De werken komen in handen van de tweede verdachte, een 50-jarige Arnhemmer. Hij is, als directeur van een veilinghuis, na de aankoop betrokken bij de taxatie en veiling van de schilderijen. Ook hem wordt, net als de eerste verdachte, opzetheling ten laste gelegd. Het OM: “Als dergelijke religieuze altaarstukken uit Italië zonder enige documentatie worden aangeboden zou zéker door een ervaren taxateur als deze verdachte nadere vragen gesteld moeten worden. De verdachte heeft ook nagelaten in de veilingcatalogus de Italiaanse herkomst te vermelden.” Het OM eist tegen deze verdachte een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand.
Via de tweede verdachte belanden de schilderijen bij handelaren: de twee verdachten, een 76-jarige en 51-jarige verdachte uit de gemeente Druten, hebben een bedrijf dat kerkelijke objecten verkoopt. Volgens de eigen website is die onderneming sinds 1970 marktleider in de handel in internationale kunst. De officier van justitie vandaag voor de rechtbank in Arnhem: “Ze zijn ervaren handelaren in religieuze kunst en opereren op internationale schaal. Ook deze verdachten hebben geen enkel nader herkomstonderzoek gedaan, terwijl zij blijkens het verhoor op de hoogte waren van het feit dat dergelijke altaarstukken niet legaal uit Italië afkomstig zouden kunnen zijn, zonder enige vorm van documentatie.”
Niet alleen doen de twee verdachten geen enkel onderzoek, maar zij zetten de schilderijen vervolgens op hun eigen website met zelf verzonnen, niet gedocumenteerde, nieuwe herkomstinformatie. Het zijn nu altaarstukken ‘van Belgische origine’. Tegen deze twee verdachten eist het OM werkstraffen van 80 en 60 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een boete van 10.000 euro voor het bedrijf van dit duo.
Bron: OM