Vrijspraak voor veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld tijdens naspelen Slag om Bergh
/De rechtbank Gelderland spreekt een 67-jarige man uit Lichtenvoorde vrij het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. De man verwondde - in zijn hoedanigheid als musketier - een toeschouwer tijdens het naspelen van de bestorming van kasteel Bergh. Volgens de rechtbank is de man niet dusdanig tekortgeschoten in de op hem rustende zorgverplichting dat hij strafrechtelijk aansprakelijk is voor het ongeluk.
Op 10 juni 2019 werd in ’s-Heerenberg de bestorming van kasteel Bergh nagespeeld. De man nam als musketier/figurant hieraan deel. Het slachtoffer was samen met haar gezin als publiek aanwezig. Zij is tijdens het naspelen in haar buik getroffen door de pompstok van de man. Hij gebruikte deze pompstok bij het laden van zijn musket en bij het lossen van het schot bevond deze zich nog in het wapen. Het slachtoffer raakte hierdoor ernstig gewond.
De aanklacht
Volgens de officier van justitie zou de man zich – kort gezegd - schuldig hebben gemaakt aan het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld in de zin van artikel 308 van het Wetboek van Strafrecht. Volgens dit wetsartikel moet er dan op zijn minst sprake zijn van aanmerkelijke schuld.
Geen aanmerkelijke schuld
Volgens de rechtbank levert de vraag of het enkele niet verwijderen van de pompstok uit de loop van het wapen voordat de zijn schot loste geen aanmerkelijke schuld in de zin van artikel 308 van het Wetboek van Strafrecht op. De man valt weliswaar enige onoplettendheid of onvoorzichtigheid te verwijten omdat hij niet heeft gecontroleerd of de pompstok zich nog in de loop bevond toen hij het laatste schot loste. Maar van aanmerkelijke onvoorzichtigheid is in de gegeven omstandigheden geen sprake. Hij is niet zo ernstig tekort geschoten dat hij strafrechtelijk aansprakelijk is voor het veroorzaken van de ernstige gevolgen. Het is een ongelukkige samenloop van omstandigheden geweest. Niet is komen vast te staan dat hij de gevolgen van zijn handelen had kunnen en moeten voorzien. Dat de man een ervaren musketier was, leidt de rechtbank in deze zaak niet tot een andere conclusie. Daarom spreekt ze de man vrij van het ten laste gelegde feit.