Vrijspraak voor witwassen met bitcoins na eerdere veroordeling in eerste aanleg
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10570
De verdachte is in eerste instantie door de rechtbank Overijssel veroordeeld voor gewoontewitwassen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van drie jaar en een taakstraf van 240 uur. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld.
De verdachte koopt en verkoopt over een periode van enkele maanden bitcoins tegen een provisie van 3%, waarbij de transacties veelal in openbare gelegenheden plaatsvinden zonder dat persoonsgegevens van de verkopers worden gevraagd. De bitcoins worden omgewisseld naar giraal geld via een Amerikaanse bitcoinexchange, waarna de opbrengst op de Nederlandse bankrekening van de verdachte wordt gestort en grotendeels contant opgenomen. Deze transacties leiden tot een melding van ongebruikelijke transacties en een opsporingsonderzoek naar witwassen.
Het hof stelt echter vast dat er geen rechtstreeks verband kan worden gelegd tussen de ontvangen bitcoins of de girale overboekingen en een specifiek misdrijf. Ook zijn er geen concrete aanwijzingen dat de bitcoins gerelateerd zijn aan het Darknet. De verdachte geeft een verklaring over zijn handel in bitcoins en er is geen bewijs dat nader onderzoek wordt belemmerd.
Op basis van deze bevindingen oordeelt het hof dat het niet anders kan dan dat de bitcoins of de girale overboekingen niet van misdrijf afkomstig zijn. Daarom wordt de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde witwassen. Het vonnis van de rechtbank wordt vernietigd en de verdachte wordt vrijgesproken.
Lees hier de volledige uitspraak.