Wetsvoorstel met maatregelen om trustdienstverlening in gevallen met hoge integriteitrisico’s te verbieden ingediend

Op 17 mei is de Wijziging van de Wet toezicht trustkantoren 2018 in verband met maatregelen om trustdienstverlening in gevallen met hoge integriteitrisico’s te verbieden ingediend bij de Tweede Kamer.

Met dit wetsvoorstel wordt dienstverlening door trustkantoren verboden indien de cliënt, de doelvennootschap of de UBO van de cliënt of doelvennootschap woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft in een derde-hoogrisicoland zoals aangewezen door de EC. Tevens komt er een verbod op dienstverlening aan cliënten, doelvennootschappen, UBO's van cliënten en doelvennootschappen uit landen die op de lijst van non-coöperatieve landen op belastinggebied staan.

Op het moment dat een land wordt toegevoegd aan de betreffende lijsten, zal een trustkantoor dienen na te gaan of er diensten worden verleend die vanaf dat moment onder het verbod vallen. Trustkantoren hebben dan 3 maanden de tijd om de betreffende dienstverlening te staken.

Na inwerkingtreding van deze wet hebben trustkantoren 6 maanden de tijd om de zakelijke relatie te beëindigen.

De verboden zijn niet van toepassing in het geval de sanctieregelgeving van toepassing is. In dat geval wordt de cliëntrelatie aangehouden totdat de sanctieregelgeving niet meer van toepassing is en geldt vervolgens een periode van 3 maanden om afscheid te nemen van de cliënt.

Ook is er met dit wetsvoorstel voor gekozen de trustdienst “om ten behoeve van een cliënt gebruik te maken van een doorstroomvennootschap” te schrappen en tegelijkertijd een algeheel verbod op te nemen in de wet voor het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik te maken van doorstroomvennootschappen.

Print Friendly and PDF ^