Wetsvoorstel plan van aanpak witwassen leidt tot afbrokkelen geheimhoudingsplicht en meer werk voor advocaat en notaris
/Op 22 oktober jl. diende de minister van Financiën het wetsvoorstel Plan van Aanpak Witwassen in. De Wwft wordt daarmee gewijzigd en aangevuld. Het wetsvoorstel kent vier pijlers: (1) een verbod voor contante transacties vanaf € 3000 voor handelaren in goederen, (2) verplichte gegevensdeling tussen instellingen van dezelfde categorie, (3) gezamenlijke monitoring van transacties door banken en (4) verduidelijking van het gebruik van persoonsgegevens.
Voor advocaten en notarissen verandert het volgende:
Gevaar voor ‘shopgedrag’. Een probleem zou zijn dat de cliënt die door een instelling is geweigerd, of aan wie de dienstverlening is gestaakt, kan proberen om de dienst onder te brengen bij een andere instelling. Daarom moet (i) bij verhoogd risico van de zakelijke relatie/transactie, (ii) bij de toepasselijkheid van factoren als bedoeld in bijlage III van de vierde anti-witwasrichtlijn en (iii) bij verscherpt cliëntenonderzoek de dienstverlener onderzoeken of de cliënt bij een andere dienstverlener dienstverlening heeft afgenomen of afneemt.
Het gaat om dienstverleners in dezelfde categorie. Advocaten moeten dus onderzoeken of de cliënt bij een andere advocaat diensten afneemt, niet ook of hij diensten afneemt bij bijvoorbeeld een notaris of accountant. Als daarvan is gebleken, dan moet de collega gevraagd worden naar gebleken risico’s op witwassen en financiering van terrorisme. De geheimhoudingsverplichting wordt hiervoor opzijgezet. De advocaat respectievelijk de notaris moet met derden spreken over de bijzonderheden van zijn cliënt.
De collega is verplicht de gevraagde informatie onverwijld te verstrekken. De collega deelt alleen gebleken WW/FT-risico’s die aanleiding hebben gevormd voor een maatregel, zoals het weigeren of staken van de dienstverlening. Een melding van een ongebruikelijke transactie mag niet worden gedeeld met de vragende collega (tipping-off verbod).
Als de collega eerder dienstverlening heeft geweigerd, kan de verzoekende instelling toch diensten verlenen als de risico’s voldoende gemitigeerd zijn, bijvoorbeeld als de eerdere weigering van lang geleden is.
Lees verder: