Wijziging Wwft BES
/De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES is sinds 1 juli jl. op verschillende onderdelen gewijzigd. Met de wijziging wordt de Wwft BES in lijn gebracht met de huidige internationale standaarden van de Financial Action Task Force (FATF). Met de wetswijziging wordt beoogd knelpunten uit de praktijk op te lossen en worden de in de National Risk Assessment BES geconstateerde risico’s geadresseerd.
De verplichtingen uit de Wwft BES worden op een aantal punten drastisch gewijzigd. Deze wijzigingen kunnen gevolgen hebben voor de verplichtingen van meldingsplichtige dienstverleners.
1. Meldingsplichtige dienstverleners uitgebreid met handelaren in bouwmaterialen
De reikwijdte van de Wwft BES is uitgebreid met handelaren in bouwmaterialen. Het gaat hier om handelaren die beroeps- of bedrijfsmatig handelen in bouwmaterialen in de breedste zin van het woord. Denk hierbij ook aan keuken en/of sanitair verkopers of andere specialisten in bepaalde bouwmaterialen zoals ramen, bouwplaten, isolatiemateriaal, ijzerwaren, tegels, technische installaties, zonnepanelen, airco’s en zwembaden. Deze handelaren worden met de inwerkingtreding van de gewijzigde Wwft BES verplicht om cliëntenonderzoek te verrichten en ongebruikelijke transacties bij FIU-Nederland te melden bij contante betalingen van een bedrag van USD 11.000 of meer. Bureau Toezicht Wwft (BTWwft) van de Belastingdienst is voor deze handelaren de aangewezen toezichthouder.
2. Geheimhoudingsplicht notariaat en advocatuur
De wijziging van de Wwft BES verduidelijkt de verhouding van verplichtingen uit de Wwft BES met het beroepsgeheim van advocaten en notarissen.
Voor het notariaat en de advocatuur wordt expliciet in de wet opgenomen dat zowel ten aanzien van de toezichthouder als FIU-Nederland de geheimhoudingsplicht niet geldt voor diensten die onder de reikwijdte van de Wwft BES vallen. Voor de advocatuur is vanwege de geheimhoudingsverplichting vanaf 1 juli 2021 bovendien geregeld dat de deken voortaan toezichthouder is in plaats van het BTWwft. De deken heeft namelijk een afgeleide geheimhoudingsverplichting. Door de algemene raad van Nederlandse Orde van Advocaten zal een deken uit Europees Nederland aangewezen worden die toezicht zal houden op de naleving van de Wwft BES.
3. Definitie liquide middelen
Verder wordt mede op basis van aanbevelingen van de FATF het begrip ‘geld’ gewijzigd in ‘liquide middelen’. Ook goud en diamanten vallen nu onder het begrip liquide middelen in de Wwft BES. De wet bepaalt verder dat bij algemene maatregel van bestuur additionele waarde dragers of goederen kunnen worden aangewezen als liquide middelen.
4. Grensoverschrijdende geldtransporten
In de bepalingen aangaande ‘Grensoverschrijdende geldtransporten’ van de Wwft BES zijn regels gesteld voor onbegeleide geldtransporten zoals postcolli, koerierzendingen, onbegeleide bagage of containervracht. Als onbegeleid liquide middelen met een gezamenlijke waarde van USD 10.000 of meer een van de BES-eilanden binnenkomen of verlaten, dient de afzender, of de ontvanger, of zijn vertegenwoordiger, op verzoek van douaneambtenaren een kennisgeving te doen en hen deze liquide middelen of goederen desgevraagd voor controle ter beschikking te stellen. Voorheen vielen onbegeleide transporten van liquide middelen onder regulier transport van goederen, waarvoor de douane geen aanvullende bevoegdheden had.
Verder is in de gewijzigde wet een bevoegdheid opgenomen voor de douane om bij (onbegeleid) vervoer van liquide middelen onder het drempelbedrag, maar waarbij wel aanwijzingen zijn dat dit vervoer verband houdt met criminele activiteiten, eveneens een kennisgeving te verzoeken. Deze bevoegdheid geldt zowel voor vervoer door personen als onbegeleid vervoer.
5. Definitie van ‘politiek prominente personen’ (PEP)
In lijn met zowel de regelgeving in Europees Nederland als de regelgeving op Curaçao en Sint-Maarten wordt het onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse PEP’s niet langer gehanteerd in de Wwft BES. De oude definitie bevatte een limitatieve lijst die te beperkt was om voldoende bij te dragen aan de bestrijding van witwassen en de financiering van terrorisme. Zowel de NRA BES als het Veiligheidsbeeld BES (beiden uit 2018) spreken over negatieve effecten van (politieke) corruptie op de BES-eilanden, gezien de grote overlap tussen de economische en politieke functionarissen in Caribisch Nederland. Met de gewijzigde definitie van politiek prominente personen is gekozen voor een meer open norm die aansluit bij de FATF-definitie van het begrip. Dienstverleners dienen in het cliëntenonderzoek zelf vast te stellen of iemand kwalificeert als een PEP. De definitie van familielid en naaste geassocieerde persoon blijft wel behouden.
6. Definitie uiteindelijk belanghebbende (UBO)
Verder is de definitie van uiteindelijk belanghebbende (UBO) gewijzigd en wordt nog nader uitgewerkt in lagere regelgeving. Daarmee wordt beoogd te voldoen aan de verder ontwikkelde internationale standaarden, waarbij onder meer gekeken moet worden naar directe of indirecte controle en de verplichting om bij het ontbreken van een UBO iemand van het hoger leidinggevende personeel te identificeren (de zogeheten pseudo-UBO).
Uitgangspunt voor het vaststellen van de verschillende categorieën blijft het percentage aandelen in en de feitelijke zeggenschap over een rechtspersoon. In het besluit ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES kunnen categorieën van personen worden opgenomen die in elk geval als UBO aangemerkt dienen te worden. Dit is echter nadrukkelijk geen limitatieve opsomming. Nieuw is ook dat de personen die behoren tot het hoger leidinggevend personeel worden beschouwd als UBO (‘pseudo-UBO’) als op geen enkele andere wijze UBO’s zijn te achterhalen.
7. Cliëntenonderzoek
Met de wijziging van de Wwft BES betekent ‘vereenvoudigd cliëntenonderzoek’ niet meer dat in bepaalde gevallen van het cliëntenonderzoek achterwege kan blijven. Op basis van de gewijzigde bepalingen is altijd sprake van cliëntenonderzoek, maar het hangt van de risicobeoordeling van de dienstverlener af met welke intensiteit het cliëntenonderzoek wordt verricht. Er worden dan ook niet langer typen cliënten aangewezen ten aanzien waarvan het cliëntenonderzoek achterwege gelaten kan worden. Ten aanzien van bestaande cliënten dient een herbeoordeling plaats te vinden om na te gaan in hoeverre zij voldoen aan de eisen uit de gewijzigde Wwft BES. Indien nodig moeten aanvullende werkzaamheden en aanvullend cliëntenonderzoek worden verricht.
Indien een cliënt naar zijn aard een laag risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich brengt kan de instelling volstaan met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek. De dienstverlener houdt bij de bepaling van het risico in ieder geval rekening met de risicofactoren die in de Regeling ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES staan. Daarnaast dient de dienstverlener in dit kader aantoonbaar gegevens te verzamelen om vast te stellen of kan worden volstaan met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek bij de betreffende categorie diensten, transacties en/of cliënten.
Met deze wijziging wordt ook het vereenvoudigd cliëntenonderzoek risicogebaseerd. Dit is in lijn met de aanbevelingen van de FATF waarbij het uitgangspunt is dat voor elke cliënt een risico-inschatting wordt gemaakt.
Een belangrijk uitgangspunt van de Wwft BES blijft dat een dienstverlener bij een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme verscherpt cliëntenonderzoek verricht.
8. Boete en last onder dwangsom bij het weigeren van medewerking
Tevens is het handhavingsinstrumentarium van de toezichthoudende autoriteiten versterkt. Zo is een grondslag opgenomen om een boete en een last onder dwangsom op te leggen als een dienstverlener weigert om te voldoen aan de verplichtingen uit de Wwft BES. Overtredingen van de Wwft BES zijn ernstig, vormen een gevaar voor de integriteit van het financiële systeem en hebben een ondermijnend effect op de samenleving. Om die reden wordt ook de mogelijkheid gecreëerd om een opgelegde boete of een last onder dwangsom openbaar te maken door de toezichthouder.
9. Vereenvoudiging indicatoren voor ongebruikelijke transacties
In de Regeling ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES is een lijst met indicatoren opgenomen die wijzen op een ongebruikelijke transactie. Deze lijst is per 1 juli 2021 ingrijpend vereenvoudigd, door in principe één objectieve en één algemene subjectieve indicator per type dienstverlening te geven. De objectieve indicatoren zijn gedifferentieerd per type dienstverlening, met in sommige gevallen een toespitsing naar transacties van verschillende aard. De subjectieve indicator is voor alle dienstverleners hetzelfde, namelijk een transactie waarbij de dienstverlener aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.
10. Interne bedrijfsvoering
Tenslotte zijn dienstverleners vanaf de inwerkingtreding van de gewijzigde wet verplicht om gedragslijnen, procedures en maatregelen op te stellen om de risico’s op witwassen en terrorismefinanciering te beperken en beheersen, de compliancefunctie en auditfunctie te verankeren in de bedrijfsvoering en ook op groepsniveau zorg te dragen voor naleving van de regels. Ook zijn zij verplicht de identificatie en beoordeling van hun risico’s op witwassen (en terrorismefinanciering) vast te leggen, actueel te houden en op verzoek aan de Wwft BES-toezichthouders te verstrekken.
De Kamerstukken aangaande de wijziging van de Wwft BES zijn hier te vinden.