Vrijspraak van oplichting en faillissementsfraude
/Rechtbank Noord-Nederland 25 november 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:5041
De rechtbank is van oordeel dat - alhoewel de gang van zaken opmerkelijk te noemen is en vragen oproept- niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte een actieve rol had bij het overmaken van gelden naar Turkije. Bovendien blijkt uit niets dat hij van deze gelden heeft geprofiteerd. Samengevat acht de rechtbank onvoldoende bewijs voorhanden om verdachte te veroordelen voor het hem ten laste gelegde. De rechtbank acht zonder meer aannemelijk dat er een plan is geweest om bedrijf 1 te gebruiken voor frauduleuze doeleinden en daaraan gelden te onttrekken voor persoonlijk gewin. De rechtbank kan echter niet buiten redelijke twijfel vaststellen wat dit plan precies is geweest en in het bijzonder niet welke rol verdachte daarin heeft gespeeld. Dat hij als initiator of uitvoerder betrokken is geweest is niet komen vast te staan.
Read More