Vanaf 1 februari 2024 kunnen personen met een verwijzing van het Huis voor Klokkenluiders via de Raad voor Rechtsbijstand passende en kosteloze rechtsbijstand en mediation krijgen. Dit is geregeld in de Subsidieregeling rechtsbijstand Klokkenluiders. Voor de uitvoering van de regeling zijn advocaten en mediators nodig. De Raad roept advocaten en mediators op om deel te nemen aan deze subsidieregeling.
Kosteloze rechtsbijstand
De regeling is er speciaal voor melders van een (vermoedelijke) misstand in de werksfeer, betrokken derden en diegenen die een melder bijstaan, zoals bedoeld in de Wet bescherming klokkenluiders. Rechtsbijstand via deze regeling is alleen mogelijk na een verwijzingsbrief van het Huis voor Klokkenluiders.
De rechtzoekende kan zich in verschillende fases laten bijstaan door een gespecialiseerde advocaat of mediator. Dit kan bijvoorbeeld bij een gesprek met de werkgever, maar ook in beroep en het hoger beroep.
Ook de bijstand door de mediator is voor de drie doelgroepen in de verschillende fases mogelijk. Die bijstand kan zowel op initiatief van de rechtzoekende als van de advocaat worden aangevraagd.
In deze regeling gelden voor de melders, betrokken derden en degenen die melder bijstaan geen inkomens- en vermogenseisen en er is geen eigen bijdrage verschuldigd. Zowel de bijstand van een advocaat als mediator is daarmee kosteloos voor de drie doelgroepen.
Voorwaarden voor deelname van advocaten en mediators
In afstemming met de ketenpartners zijn deelnamevoorwaarden opgesteld. Die voorwaarden staan in de bijlage van de regeling.
Voor advocaten geldt dat ze zijn ingeschreven bij de Raad en daarnaast minimaal twee jaar geregistreerd staan in het rechtsgebiedenregister van de NOvA op het gebied van het arbeidsrecht of ambtenarenrecht of minimaal twee jaar bij de Raad voor de specialisatie arbeidsrecht staan ingeschreven.
Mediators moeten, naast te zijn ingeschreven bij de Raad, ook minimaal drie jaar staan ingeschreven bij de MfN en onder meer praktijkervaring te hebben in het aandachtsgebied Werk.
Als de rechtzoekende een voorkeursadvocaat of -mediator heeft die nog niet staat ingeschreven bij de Raad, kan deze advocaat of mediator deelnemen aan de regeling onder de voorwaarde dat hij of zij zich daartoe inschrijft bij de Raad en aan alle deelnamecriteria voldoet.
Verder verwachten we van advocaten en mediators dat ze deelnemen aan een online training (max. 1,5 uur) die is gericht op de specifieke rechtsbescherming voor melders van een vermoeden van een misstand. De training zal naar verwachting in mei of juni 2024 beschikbaar zijn. Het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties biedt deze training kosteloos aan. Indien u zich aanmeldt vóór 1 augustus 2024 dan geldt deze verplichting pas per 1 augustus 2024. Na 1 augustus geldt de verplichting op het moment van de inschrijving voor deelname aan de regeling.
Vergoeding voor rechtsbijstand
De vergoeding voor rechtsbijstand door advocaten bedraagt 22 punten per procedure. Voor het overige zijn op de vergoeding de bepalingen van het Bvr van toepassing. In het geval het enkel werkzaamheden betreft die onder (licht) advies vallen, geeft de Raad een (lichte) adviestoevoeging af. Meer informatie hierover vindt u bij de FAQ’s.
Mediators maken aanspraak op een vergoeding van 10 punten per toevoeging. Dit betreft de rechtzoekende. Verder zijn hier de bepalingen van het BVr en het Besluit toevoeging mediation van toepassing. De andere helft van de tijdsbesteding mogen zij conform de voorwaarden van art. 6 Inschrijvingsvoorwaarden mediators 2021 in rekening brengen bij de andere partij.
De puntentoekenning is gebaseerd op een inschatting van de tijd die rechtsbijstand en mediation kost bij complexe arbeidsrechtzaken. Er is aansluiting gezocht bij de al bestaande toevoegingen en het gegeven dat er vrijwel altijd sprake is van zaken waarbij meerdere belangen en gevoeligheden spelen.
Uit tijdschrijfgegevens van advocaten en mediators kunnen we na de start van de regeling afleiden of de puntentoekenningen overeenstemmen met de praktijk. Tussentijdse herijking van de punten is aan de orde als blijkt dat de praktijk een groot verschil laat zien met de inschatting van de tijdsbesteding.