Afwijzing art. 12 Sv beklag voor schending ambtsgeheim
/Gerechtshof Amsterdam 8 maart 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:728
Op 15 april 2021 heeft een raadsvergadering van de gemeenteraad van Alkmaar plaatsgevonden, waarin is gestemd over de benoeming van de nieuwe burgemeester van Alkmaar. Deze vergadering bestond uit een besloten gedeelte en een openbaar gedeelte. Tijdens het besloten gedeelte waren 39 raadsleden aanwezig, evenals de plaatsvervangend burgemeester naam 2, een notulist, en de gemachtigde in haar functie als griffier van de gemeenteraad in de klaagster.
Het besloten gedeelte van de vergadering begon die dag om 19.30 uur. Tijdens het besloten gedeelte is door de plaatsvervangend burgemeester gezegd dat hetgeen besproken zou worden geheim is en dat schending hiervan een strafbaar feit betreft. Dit stond ook in de uitnodiging voor de raadsvergadering.
Tijdens het besloten gedeelte van de vergadering hebben meerdere schorsingen plaatsgevonden. Door de plaatsvervangend burgemeester is gezegd dat het beter was om in de raadszaal te blijven. De meeste aanwezigen bleven in de zaal, maar meerdere mensen gingen ook naar buiten tijdens schorsingen.
De stemming over de nieuwe burgemeester vond plaats tijdens het besloten gedeelte om 22.45 uur. Daarna werden de stemmen geteld. Gedurende het tellen van de stemmen werd de vergadering geschorst. Om 23.05 uur werd de vergadering weer aangevangen. Door de plaatsvervangend burgemeester naam 2 werd toen medegedeeld dat naam 3 als nummer één uit de telling was gekomen. Nadat enkele formaliteiten werden afgerond - waarbij de raadsvergadering nogmaals is geschorst en weer heropend - werd het besloten gedeelte van de raadsvergadering voor de laatste keer geschorst om 23.20 uur.
Tijdens deze schorsing werd om 23.32 uur een artikel geplaatst op de website van website, waarin stond dat naam 3 de nieuwe burgemeester van Alkmaar was geworden. Ook stond daarin dat haar benoeming niet unaniem was.
Om 23.43 uur werd het openbare gedeelte van de raadsvergadering geopend, waarbij de naam van de nieuwe burgemeester bekend is gemaakt.
Hierna zijn op 15 april (om 23.45 uur), 16 april (om 00.32 uur) en 17 april 2021 (om 08.50 uur) artikelen over de burgemeestersbenoeming geplaatst op de website van het website. In het artikel van 16 april 2021 staan verschillende uitlatingen van één of meerdere raadsleden ‘uit de wandelgangen’. Zo zou een raadslid briesend door de gang hebben gelopen en hebben gezegd dat een onervaren iemand werd benoemd tot burgemeester. Daarnaast staat in dit artikel hoe sommige raadsleden op de gang ‘stijf hun mond’ hielden en hoe bij een raadslid de ‘ontgoocheling van het gezicht af te scheppen’ was. Ook blijkt dat tijdens een rookpauze om 22.30 uur is gesproken met raadsleden.
In raadkamer hebben de gemachtigde en de voorzitter van de vertrouwenscommissie verklaard dat de aanwezige journalist door middel van een poortje gescheiden was van de (tijdelijke) raadszaal waarin de raadsvergadering plaatsvond, terwijl een medewerker van de klaagster toezicht hield. De journalist zat in een eigen ruimte en het is mogelijk dat de journalist vanuit deze ruimte iets gezien heeft. Ook is het mogelijk dat de raadsleden die naar buiten gingen om te roken, langs de kamer van de journalist zijn gekomen.
De voorzitter van de vertrouwenscommissie heeft voorts in raadkamer naar voren gebracht dat een ander lid van de vertrouwenscommissie onlangs tegen haar gezegd heeft dat iemand heeft gezien dat weer een ander lid van de vertrouwenscommissie op de avond van 15 april 2021 in de richting van de journalist is gelopen.
Beoordeling
Ten eerste is het vooralsnog niet duidelijk dat er een strafbaar feit is gepleegd. Voor een bewezenverklaring van schending van een ambtsgeheim is vereist dat het geheim opzettelijk wordt geschonden. Gelet op de hiervoor geschetste gang van zaken valt echter niet uit te sluiten dat de aanwezige journalist informatie over de kandidaten in de wandelgangen heeft opgevangen, door zijn aanwezigheid in het gebouw waar de raadsvergadering werd gehouden. Ook bestaan er op dit moment geen concrete aanwijzingen dat de namen van de kandidaten al voorafgaand aan de raadsvergadering zouden zijn gelekt.
Daarnaast bestaat er geen zicht op een concrete verdachte. Bij de behandeling in raadkamer is weliswaar naar voren gebracht dat iemand een lid van de vertrouwenscommissie richting de journalist zou hebben zien lopen, maar niet is gesteld of gebleken dat iemand zou hebben gehoord dat vertrouwelijke informatie is gelekt. De kans dat een nader onderzoek wél een bewijsbare strafzaak zal opleveren is bovendien erg klein, gelet op het feit dat een enkele verklaring onvoldoende bewijs oplevert en de direct betrokkenen (waaronder de journalist) hierover mogelijk zullen zwijgen (voor zover al een schending van het ambtsgeheim heeft plaatsgevonden).
Hoe laakbaar het hof een mogelijke schending van het ambtsgeheim ook acht, het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat deze schending niet de inzet van de Rijksrecherche rechtvaardigt. De kring van potentieel betrokkenen is groot, waardoor een opsporingsonderzoek een groot beslag zal leggen op de beperkte opsporingscapaciteit van de Rijksrecherche. In dit oordeel is meegewogen dat de schade in deze zaak beperkt is gebleven, nu de naam van de nieuwe burgemeester elf minuten later in het openbare gedeelte van de raadsvergadering bekend is gemaakt. Bovendien is door klaagster niet naar voren gebracht dat de namen van andere kandidaten uit de sollicitatieprocedure door de mogelijke schending van het ambtsgeheim bekend zijn geworden, terwijl de geheimhoudingsplicht in deze context primair tot doel heeft om (imago)schade van sollicitanten te voorkomen.
Het hof is dan ook van oordeel dat er goede redenen zijn om in deze zaak geen vervolging te gelasten. Het beklag is ongegrond.
Het hof wijst het beklag af.
Lees hier de volledige uitspraak.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2022:728&showbutton=true