Artikel: Aanscherping van rechtsbescherming en handhaving in milieuzaken, het recht op schone lucht

In twee arresten bouwt het Hof van Justitie voort op de rechtspraak met betrekking tot het recht op schone lucht zoals neergelegd in Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. De belangrijkste aanvulling die het Hof van Justitie in het Craeynest-arrest geeft, is dat ook de wetenschappelijke beoordeling van de luchtkwaliteit door het bepalen van de plaats van een bemonsteringspunt onderworpen kan worden aan rechterlijke toetsing om zodoende het nuttig effect van de richtlijn te garanderen.

Het tweede arrest, Deutsche Umwelthilfe, is opzienbarend omdat het Hof van Justitie hierin oordeelde dat het EU-recht onder bepaalde voorwaarden een nationale rechter als ultimum remedium de verplichting geeft gebruik te maken van een nationale bevoegdheid lijfsdwang op te leggen aan het bevoegd gezag als dit stelselmatig weigert milieumaatregelen te nemen in het kader van Richtlijn 2008/50/EG en als niet aannemelijk is dat dit zal veranderen.

Hoewel gewezen in de context van luchtkwaliteit hebben beide arresten ook implicaties voor andere gebieden uit het milieurecht, zoals biodiversiteit, klimaat en waterkwaliteit.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^