Artikel: Hof van Justitie sluit zich voor het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel voor natuurlijke personen aan bij het EHRM

Het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel behoren tot de kernbeginselen van het strafrecht. Zij houden kort gezegd in dat een verdachte het recht heeft om te zwijgen op vragen van de overheid in het kader van een strafrechtelijke vervolging (het zwijgrecht) en dat een verdachte niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken (het nemo tenetur-beginsel). Het Unierecht bevat echter ook verplichtingen mee te werken aan onderzoeken van toezichthoudende autoriteiten naar mogelijke schendingen, zodat deze autoriteiten hun toezichthoudende taken goed kunnen uitoefenen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de plicht alle inlichtingen te verstrekken aan de toezichthoudende autoriteit. Komt de autoriteit vervolgens tot de conclusie dat sprake is van een schending van het Unierecht, dan kan deze autoriteit bevoegd zijn om tegen deze schending op te treden. Als het dan gaat om een sanctie van strafrechtelijke aard is het echter de vraag hoe dit zich verhoudt met het nemo tenetur-beginsel. Daarbij rijst ook de vraag hoe deze medewerkingsplicht zich verhoudt met het zwijgrecht. Kan iemand worden bestraft omdat hij de medewerkingsplicht overtreedt omdat hij zich beroept op zijn zwijgrecht? Deze vragen staan centraal in het arrest DB/Consob van de Grote kamer van het Hof van Justitie. Daarbij komt met name aan de orde wat voor natuurlijke personen de reikwijdte is van het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel.
In dit artikel volgt een beschouwing van het arrest DB/Consob. Daarbij zal allereerst worden stilgestaan bij het hoofdgeding en de prejudiciële vragen. Hierna wordt de jurisprudentie over het zwijgrecht en het nemo tenetur-beginsel besproken die gold voorafgaand aan dit arrest van zowel het Hof van Justitie als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) ter verduidelijking van de conclusie van advocaat-generaal Pikamäe en het arrest van het Hof van Justitie, die daarna worden besproken. Hierna wordt bekeken welke veranderingen het arrest DB/Consob met zich brengt voor de eerder besproken jurisprudentie en de uitvoering van het Unierecht, waarna tot slot wordt ingegaan op mogelijke verdere ontwikkelingen van de rechtspraak van het Hof.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^