Artikel: Innovatiewet van de oude vertrouwde naar de nieuwe onbekende

Het Wetboek van Strafvordering voorziet niet in een expliciete bevoegdheid tot het verrichten van onderzoek naar de inhoud van gegevens die tijdens de inbeslagneming nog niet in de gegevensdrager aanwezig zijn, maar pas ná de inbeslagneming binnenkomen. Door middel van de invoering van het artikel 556 van de Innovatiewet beoogt de wetgever te voorzien in de bestaande leemte. De vraag is echter of de introductie van dit wetsartikel noodzakelijk is en, zo ja, of de voorgestelde bevoegdheid in termen van systematische samenhang, complexiteit en toekomstbestendigheid voldoende adequaat is. Deze vraag staat in dit artikel centraal.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^