Artikel: Inspecteurs met voeten in de klei

Agrariërs zijn in Nederland gebonden aan een scala van milieuregels, te vinden in onder andere de Wet ammoniak, de Wet geurhinder en de Wet natuurbescherming. Het grote contrast tussen deze regels op papier en de praktijk is een terugkerend thema in de actualiteit en academische literatuur. Een belangrijke factor hierbij lijkt ook de relatieve laisser-faire houding van de overheid ten opzichte van handhaving van milieuregels, waardoor toezien op naleving in toenemende mate afhankelijk is van de inzet van burgers en milieuorganisaties. Naast wettelijke basisvereisten is het voor agrariërs ook mogelijk om zich vrijwillig te committeren aan additionele regelingen op het gebied van onder andere biodiversiteit en landschap. Hiervoor is in Nederland het ‘Agrarisch natuur- en landschapsbeheer’ (ANLb) in het leven geroepen, een beleidsinstrument waarbij agrariërs subsidies kunnen ontvangen voor het uitvoeren van maatregelen zoals het aanleggen van bloemrijke akkerranden voor akkervogels en het uitstellen van werkzaamheden op percelen waar weidevogels broeden. Deze ANLb-subsidies zijn onderdeel van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en worden gecofinancierd door de Nederlandse overheid en de Europese Unie. Een goede naleving van de regels die gelden voor agrarisch natuurbeheer staat aan de basis van rechtmatige en doelmatige besteding van deze subsidiegelden.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^