Artikel: Zicht op het meten van effecten van de handhaving door de Belastingdienst
/Onder andere de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid bepleit dat toezichthouders de maatschappelijke opbrengsten van hun werk centraler stellen in hun beleid. Dat maakt het inzicht in de effecten van hun handelen steeds belangrijker. Dat geldt ook voor de Belastingdienst. Dit artikel beschrijft hoe het evalueren van de effecten van de handhaving door de Belastingdienst zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en welke lessen daaruit zijn te leren over het meten van effecten door toezichthouders. Wij stellen vast dat sprake is van een toenemende aandacht voor evaluaties in het fiscale domein, maar dat effectmeting nog geen integraal onderdeel is van het werk van de Belastingdienst. Sommige van de geïdentificeerde uitdagingen zijn hardnekkig, maar bij andere – zoals het expliciteren van de beleidstheorie – zijn positieve ontwikkelingen zichtbaar. Toezichthouders zijn gebaat bij een systematisch en gestructureerd evaluatieproces dat is ingebed in de werkwijze van de toezichthouder en dat een samenhangend en onderbouwd resultaat van de uitgevoerde activiteiten laat zien om zo de toegevoegde waarde van het toezicht inzichtelijk te maken. Een strategie waar effectmeting onderdeel van is, een duidelijke visie op evalueren, centrale coördinatie, een evaluatieagenda en kortcyclisch evalueren helpen naar ons idee om beter in te spelen op hetgeen het toezicht in de huidige tijd vraagt en om tegelijkertijd de uitdagingen die kleven aan het uitvoeren van effectmetingen beter het hoofd te kunnen bieden.
Lees verder:
Zicht op het meten van effecten van de handhaving door de Belastingdienst door L. van der Hel, S. Goslinga en M. Siglé in Tijdschrift en Toezicht