Beleggingsfraude in Costa Rica: verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 19 januari 2021, ECLI:NL:GHSHE:2022:129
De verdachte heeft, tezamen met anderen, grootschalige oplichting gepleegd en aldus investeerders flinke geldbedragen afhandig gemaakt. Zij werden (mede) daartoe bewogen door een mede door toedoen van de verdachte tot stand gekomen brochure, waarin een reeks van onwaarheden was opgenomen over investeringen in plantages te Costa Rica en over de status van bedrijf 1. De verdachte heeft zich daarbij tevens schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift. De verdachte heeft met zijn handelen in belangrijke mate bijgedragen aan het gewekte vertrouwen bij de slachtoffers.
Voorts was de verdachte lid van een criminele organisatie die was gericht op het plegen van oplichting, waarbij de verdachte kan worden aangemerkt als medeoprichter en leider. De gelden van de investeerders zijn niet besteed aan de beloofde investeringen in Costa Rica, maar zijn opgegaan aan onduidelijke en hoge kosten en uitgaven, waaronder business seats bij PSV, salarissen en vergoedingen en de aankoop van een café.
Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij na het bedrijf 10 debacle zich opnieuw heeft ingelaten met een vergelijkbare oplichting. Zelfs toen bedrijf 4 ten onder dreigde te gaan, was de verdachte alweer doende met een opvolger, bedrijf 8.
De verdachte heeft zich hardleers getoond en door aldus te handelen hebben hij en zijn mededaders het vertrouwen dat bij de slachtoffers is gewekt op ernstige wijze beschaamd en de slachtoffers ernstig financieel benadeeld. De slachtoffers hebben hun spaargelden of andere bronnen van inkomsten in rook zien opgaan.
Bewezenverklaring
Feit 1 primair: medeplegen van oplichting, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Feit 2: medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.
Feit 3: als oprichter en leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafoplegging
Gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
Lees hier de volledige uitspraak.